Afdrukken
Dit hoofdstuk bevat informatie over afdrukken, printerrapporten en het annuleren van taken. De keuze en de
verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken beïnvloeden.
Raadpleeg "Papierstoringen voorkomen" op pagina 139 en "Papier bewaren" op pagina 41 voor meer informatie.
Een document afdrukken
1
Stel vanuit het bedieningspaneel van de printer in het menu Papier de papiersoort en het papierformaat in,
overeenkomstig het geladen papier.
2
Verstuur de afdruktaak:
Voor Windows-gebruikers
a
Open het gewenste document en klik op Bestand >Afdrukken.
b
Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen en pas de instelling zonodig aan.
Opmerking: als u op een bepaald formaat of soort papier wilt afdrukken, past u de instellingen voor
formaat en soort aan op het geladen papier, of selecteert u de betreffende lade of lader.
c
Klik op OK en klik op Afdrukken.
Voor Macintosh-gebruikers
a
Pas de instellingen naar wens aan in het dialoogvenster Pagina-instelling:
1
Open een document en selecteer Archief > Pagina-instelling.
2
Kies een papierformaat of maak een aangepast formaat dat overeenkomt met het geladen papier.
3
Klik op OK.
b
Pas de instellingen naar wens aan in het dialoogvenster Druk af:
1
Open het gewenste bestand en kies Archief > Druk af.
Klik zo nodig op het driehoekje om meer opties weer te geven.
2
Pas vanuit het dialoogvenster Druk af en de pop-upmenu's de instellingen zonodig aan.
Opmerking: als u op een bepaald soort papier wilt afdrukken, past u de instellingen voor soort aan op
het geladen papier, of selecteert u de betreffende lade of lader.
3
Klik op Druk af.
Op beide zijden van het papier afdrukken (duplex)
1
Stel vanuit het bedieningspaneel van de printer in het menu Papier de papiersoort en het papierformaat
overeenkomstig het geladen papier in.
2
Verzend de eerste pagina van de afdruktaak. Zie "Een document afdrukken" op pagina 44 voor meer informatie.
Afdrukken
44