Inhoudsopgave
Advertenties
NL
Aan de hand van het meetresultaat wordt in gedefinieerde cycli door de besturingssoftware beslist of en hoe lang de
volledige spoellucht beschikbaar moet worden gesteld voor het bereiken en stabiliseren van de vereiste drogingsgraad. Dit
proces wordt gerealiseerd door een gerichte synchronisering van een magneetklep. In elke cyclus varieert zo de duur van de
twee in wat volgt beschreven procesfasen, om de drogingsgraad binnen het gespecificeerde tolerantiebereik te houden.
1
2.4.2. Bedrijfsmodus
Constante modus (-10 °C fabrieksinstelling) - Instelling van een stabiele uittree-drukdauwpunt:
De DRYPOINT
M eco control houdt in deze bedrijfsmodus het ingestelde uittree-drukdauwpunt constant tussen +10
®
en –26 °C. Als het ingestelde drukdauwpunt <5K (Kelvin) onder de persluchttemperatuur ligt, dan wordt het gewenste
drukdauwpunt intern verlaagd met één trap (max. -26 °C). Na aanhouden van de minimum afstand van 5K wordt
teruggekeerd naar het normale bedrijf.
Dynamische modus - Stabiel verschil tussen persluchttemperatuur en uittree-drukdauwpunt:
In deze bedrijfsmodus wordt het drukdauwpunt met een vastgesteld verschil tussen 10 en 55 K tot de persluchttemperatuur
verlaagd. Als de persluchttemperatuur verandert, dan volgt het drukdauwpunt automatisch. Programmatechnisch is een
stijging van de persluchttemperatuur beperkt tot 2 °C/h, om kortstondige veranderingen in de omgevingsvoorwaarden op
de plaats van installatie resp. montage te reduceren.
Aanwijzing over de instelling van de Dynamic Mode:
•
De membraandroger moet in elk geval een drogingsgraad bereiken, die in de buisleidingen naar en op de plaats van
opstelling van de persluchtverbruiker condensaatvorming betrouwbaar verhindert: DDP
•
Een goed beluchte compressorruimte en een lage persluchttemperatuur dragen bij om een goede drogingsgraad te
garanderen.
Temperatuur op de plaats van opstelling van de compressor en in de omgeving van de persluchtverbruiker meten.
Instellingsaanbevelingen op basis van het temperatuurverschil ΔT tussen compressorruimte en persluchtverbruiker:
Δ T in [K]
Instelling 'Dynamic Mode'
DRYPOINT
M eco control
®
2
3
4
10
15
30
35
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
Functie: Meetgas stroomt
Een zeer kleine deelstroom van de gedroogde perslucht
(meetgas) stroomt continu door de interne kanaalleidingen
langs een temperatuur- en vochtsensor (S) naar de
meetgasbek (1). Deze sensor stelt in het meetgas continue de
drogingsgraad van de perslucht vast en meldt het resultaat
aan de besturing.
Functie: Spoellucht stroomt
De besturing vergelijkt doorlopend de gemeten
drogingsgraad van het meetgas met de aan de DRYPOINT
M eco control individueel ingestelde gewenste waarde.
Bij afwijkingen wordt de klepeenheid aangestuurd:
magneetkern (2) en zuiger (3) sluiten de klepzitting en
daarmee stroomt perslucht door de spoelluchtbuis (4) naar
de membraandroger. De droging begint onmiddellijk.
20
25
40
45
[°C]< T
[°C].
uitgang
omgeving
30
35
50
55
®
13
Advertenties
Inhoudsopgave
