00
Title
8.2.4 OCPP Configuratie
Het Green Motion EV-laadstation maakt verbinding met de backend van de Eaton Charging network manager (CNM) via
het OCPP 1.6-J protocol. Deze sectie is automatisch ingesteld en er zijn geen wijzigingen nodig wanneer er verbinding
met de CNM wordt gemaakt.
Figure 33 . OCPP Configuratie
Wanneer het laadstation met de backend van derden is verbonden, moeten de standaard instellingen aangepast worden
met de parameters die door de backend gegeven zijn door onderstaande stappen te volgen:
Stap 1 . Ga naar de sectie "OCPP configuration" (Figuur 33).
Stap 2 . Vul in het veld "Server URL" de URL van de backend van de OCPP server in.
Stap 3 . Selecteer het beveiligingsprofiel voor het OCPP communicatieprotocol via het drop-down menu. Het is
aanbevolgen om beveiligingsprofiel 2 te gebruiken: TLS-based credential authentication.
Stap 4 . Voer in het tekstvak "User", de gebruikersnaam in om toegang te krijgen tot de OCPP server.
Stap 5 . Voer in het tekstvak "Password", het wachtwoord in om toegang te krijgen tot de OCPP server.
Stap 6 . Klik op "Save"
8.3 Load balancing
Bij het instellen van een netwerk van laadstations om load balancing toe te voegen, selecteer de netwerkconfiguraite
(zie sectie 8.5 voor meer informatie). Zodra een netwerkconfigurtie voltooid is en de installatie van de EV-laadstations
en de bedrading afgerond is, selecteer dan een EV-laadstation die de rol van Master aanneemt in het netwerkt (hierna
de Master genoemd). Stel de andere aangesloten EV-laadstations in om te functioneren als Nodes (hierna de Nodes
genoemd). Wanneer verbonden met het netwerk, stel de Master als eerste in, en stel daarna de Nodes is.
8.3.1
Master configuratie
Om het EV-laadstation als Master in te stellen voor Static Load balancing, stel de parameters dan als volgt in:
Stap 1 . Ga naar de sectie "Load Balancing" (Figuur 34).
Stap 2 . Vink "Enable Load balancing" aan. Een nieuw venster met instelopties wordt zichtbaar.
Stap 3 . Stel "Mode" in op "Master"
Stap 4 . Geef een hostnaam aan het EV-laadstation. De hostnaam zal gebruikt worden door de andere EV-laadstations
die ingesteld zijn als Nodes om de autodetectie te activeren van het EV-laadstation dat is ingesteld als Master.
Stap 5 . Voer een waarde in voor de MAXIMUM AVAILABLE CURRENT FOR EV CHARGING (maximaal beschikbare
stroom voor EV-laden). Deze waarde is afhankelijk van de nominale stroom van de installatieautomaten voor de
EV-laadstations.
Stap 6 . Vink "Prioritize this charger" aan wanneer het EV-laadstation prioriteit krijg over de andere EV-laadstations. Dit
zal de maximale laadstroom activeren voor het geprioriteerde EV-laadstation tijdens stroombeperkende gebeurtenissen.
52
INSTALLATIEHANDLEIDING GREEN MOTION DC 22 EV-LAADSTATION MN192004NL Juli 2023 www.eaton.nl