00
Title
8.2 Apparaatinstellingen
Op de configuratiepagina moeten onderstaande instellingen geupdated worden:
Apparaatconfiguratie
•
Beperking laadvermogen
•
OCPP configuratie
•
Energienetwerkingstellingen
•
8.2.1
Apparaatconfiguratie
Vul een passende naam in het veld "Tag" om het apparaat een naam te geven. Een mogelijke naamgeving kan de locatie,
prioriteit, en andere informatie van het laadstation bevatten die de identiteit van een individuele unit duidelijk weergeeft.
Vink de checkbox "Plug and Start" om het laadstation toestemming te geven een laadsessie te starten of te beeïndigen
zonder RFID verificatie zodra deze is aangesloten met het elektrisch voertuig. Deze optie maakt het gemakkelijker om te
laden in particuliere parkeergelegenheden waar geen verificatie van gebruikers nodig is.
De instelling van "Plug and Start" staat altijd automatisch uit, tenzij aangevinkt.
Figure 29 . Sectie apparaatinstellingen
Houd de "Plug and Start" functionaliteit uitgevinkt wanneer een EV-laadstation zich in een openbare
parkeergelegenheid bevindt om te voorkomen dat ongeauthoriseede gebruikers kunnen laden.
8.2.2
Beperking laadvermogen
Het maximale laadvermogen van het EV-laadstation kan gereduceerd worden met de stroomlimiet functie. Wanneer
deze is ingeschakeld kan het stroomlimiet bepaald worden met de schuifbalk.
Figure 30 . Sectie apparaatinstellingen
De waarde van de maximale stroomcapaciteit die kan worden ingesteld met de schuifbalk wordt vastgesteld
aan de hand van de DIP-switch instellingen. De fabriekinstellingen voor het stroomlimiet zijn 32 A. Zie sectie
6.4 voor meer informatie over het gebruik van de DIP-switch ten behoeve van een stroomlimiet.
50
INSTALLATIEHANDLEIDING GREEN MOTION DC 22 EV-LAADSTATION MN192004NL Juli 2023 www.eaton.nl