Het hangslotsymbool verschijnt op het homescherm van de operationele modus om aan te geven dat
de toetsenbordvergrendeling is geactiveerd.
De toets STOP werkt altijd, ongeacht of het toetsenbord is vergrendeld.
Beveiliging met PIN-code
Met de toetsen ∧ /∨ selecteert u PIN beveiliging in het menu BEVEILIGINGSINSTELLINGEN en drukt u
op INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN om pinbeveiliging in en uit te schakelen. Indien pinbeveiliging is
ingeschakeld, is er een Master-pin nodig om de pinvergrendeling uit te schakelen.
Instelling van de Master-pin
Door instelling van de Master- pin worden alle functies beschermd. De Master- pin kan selectief
functionaliteit inschakelen voor twee extra operators. Deze worden gedefinieerd als gebruiker 1 en
gebruiker 2. Zij zullen in staat zijn om toegang te krijgen tot deze functionaliteit door het invoeren van
een pincode die aan hen is toegewezen door de Master-gebruiker. Om de Master-pin in te stellen, scrolt
u naar Master-niveau en drukt u op INSCHAKELEN.
Om een viercijferig getal voor uw pincode te definiëren, dient u de toetsen ∧ /∨ te gebruiken om cijfers
van 0-9 te kiezen. Zodra u het juiste cijfer heeft, drukt u op de toets VOLGENDE CIJFER. Na het selecteren
van het vierde cijfer, drukt u op VOLGENDE.
60
m-630bpn-nl-08