Deze besturing is altijd mogelijk in gerbuik per kabel en draadloos. De LZA 500 wordt in dat geval via
besturing 1 bediend, ieder commando wordt automatisch naar de tweede signaalgever overgedragen.
Het omschakelen gebeurt door toets (6) "Handmatige besturing" in te drukken. In het display wordt
weergegeven naar welke fase de signaalgever gaat omschakelen. Omschakelen kan echter pas na-
dat de ontruimingstijd is verstreken!
Meling "Handmatig Groen": via toets (17) "+" of toets (14) "-" kan de groene fase gekozen worden.
Na het indrukken van toets (6) "Handmatige besturing" of de toets (15) "OK" schakelt de signaalgever
op groen, met inachtneming van de tussentijd (rood/oranje).
Bij kwartsbedrijf is handmatige besturing van de verkeerslichtinstallatie LZA 500 alleen mogelijk wan-
neer de parameter "Handmatige vrijgave" in de parameterinstellingen op "ja" is ingesteld. De fabrieks-
instelling is in principe "neen", dus de handmatige besturing bij kwartsbedrijf is geblokkeerd. Deze in-
stelling is beveiligd met een pincode en kan in het menu "Parameters" ("Parameterinstellingen") ge-
wijzigd worden. Indien men de handmatige besturing bij kwartsbedrijf toch wil gebruiken, dient aan ie-
dere signaalgever een operator staan, die de installatie volgens afspraak naar "rood" of "groen" om-
schakelt. Het omschakelen gebeurt door toets (6) "Handmatige besturing" in te drukken. In het display
wordt weergegeven naar welke fase de signaalgever gaat omschakelen.
7.9
Werking bij gebruik per kabel
Bij het gebruik met kabelverbinding worden de besturingen met een kabel verbonden. Hierbij wordt
het ene uiteinde van de kabel met de uitgang (19) van de ene besturing en het andere uiteinde met de
ingang (9) van de andere besturing verbonden. De besturing die op uitgang (19) wordt aangesloten,
wordt automatisch de Master-besturing en bijgevolg signaalgever 1. Op deze besturing moet nu ook
de sleutel worden geplaatst. Alle volgende besturingen, bv. bij een kruising, worden beschouwd als
Slave-besturingen en krijgen automatisch een volgnummer (signaalgever 2, 3 enz.).
VOORZICHTIG!
Zodra de besturingen met succes via een kabel verbonden zijn, kan de installatie niet meer zonder
deze verbinding gebruikt worden. Bij een onderbreking wordt er meteen naar "Oranje knipperlicht"
omgeschakeld.
Wanneer men de installatie naar kwartsbedrijf wil omschakelen, dient de kabel te worden verwijderd
en de accu vergrendeld.
Een kabellengte tot max. 500 m is mogelijk.
Bij het gebruik met kabelverbinding wordt de installatie uitsluitend door de Master aangestuurd, de
Slave-besturingen fungeren in dat geval louter als commando-ontvangers en geven alleen de bedrijfs-
modus weer. Ook alle storingen worden alleen door de Master weergegeven. Meer gedetailleerde in-
formatie over welke signaalgever een fout vertoont, kan via de Infotoets (16) worden opgevraagd. Zo-
dra de installatie geprogrammeerd en met toets (5) "START" opgestart is, kan de sleutel verwijderd
worden. Hierdoor kan de installatie niet door onbevoegde personen worden geherprogrammeerd. Bij
kabelverbinding moet de installatie achteraf niet meer opnieuw gesynchroniseerd worden.
Verder wordt via de kabelverbinding ook een groen/groen-bewaking uitgevoerd, zoals bepaald in de
voorschriften van de VDE en RiLSA. Wanneer de situatie groen/groen zich voordoet, schakelen alle
besturingen over naar "Oranje knipperlicht". De installatie kan alleen nog via de Master-besturing be-
diend worden, op de Slave-besturingen zijn alleen nog de Infotoets (16) en de Menutoets (13) actief.
7.10
Programmakeuze bij gebruik met kabelverbinding
De keuze van de programma's verloopt precies zoals bij een installatie zonder kabelverbinding. Met
andere woorden: programmeren is alleen mogelijk via besturing 1, waarop de sleutel is geplaatst. De
sleutel fungeert in dit geval echter alleen als een sleutel, want zonder sleutel kan de installatie niet
door onbevoegde personen geherprogrammeerd worden. Indien het gewenste programma werd ge-
kozen, schakelt de installatie door het indrukken van toets (15) "OK" naar de synchronisatiemodus.
Door toets (17) "+" in te drukken, wordt de synchronisatie uitgevoerd. Na een geslaagde synchronisa-
tie kan het programma via toets (5) "START" in gebruik worden genomen. Het programmaverloop
wordt volledig via de kabel van de Master-signaalgever aangestuurd.
20
Inbedrijfstelling met herprogrammering
297084-1_03.2019
© 2019 Adolf Nissen Elektrobau GmbH + Co. KG
Verkeerslichtinstallatie