GEBRUIK VAN DE MACHINE
• Er wordt geadviseerd over een vlakke grond te rijden, met volledig opgetilde
stabilisatiepoten die in de transportpositie staan, om het ruimtebeslag van de ma‐
chine te verkleinen.
• Het is verplicht om de rijbewegingen uit te voeren door de wagen op de ma‐
ximale breedte te zetten, telkens wanneer de plaats waar men rijdt dat toestaat.
Dit zal het sturen vergemakkelijken en de stabiliteit van de machine vergroten.
• De tweede rijsnelheid mag alleen gebruikt worden tijdens rechtlijnig rij‐
den over vlak en stevig terrein.
WERKFASEN VOOR HET RIJDEN
a Controleer, voordat gereden wordt, eerst:
– Of alle, eerder in dit hoofdstuk beschreven voorschriften in acht genomen
zijn.
– Of de grond waarover gereden gaat worden compact is en een dergelijk
draagvermogen heeft dat het gewicht van de machine verdragen kan.
– Of het gebied waardoor gereden wordt geen obstakels heeft, rekening hou‐
dend met het totale ruimtebeslag van de machine.
– Of de machine geheel gesloten en uitgelijnd is en in de transportpositie of
in de stabilisatiepositie staat, of met de JIB‐arm geheel of gedeeltelijk opge‐
tild in de transportpositie of in de stabilisatiepositie. Deze configuratie is
alleen toegestaan wanneer dit strikt noodzakelijk is.
b Selecteer de rijsnelheid op grond van de noodzaak en van bovenstaande vo‐
orschriften, door de betreffende knop te gebruiken en de selectie op het display
te controleren.
c Gebruik joysticks 1 en 8 om de aandrijvingen te bewegen.
Als geprobeerd wordt de aandrijvingen te activeren terwijl één of meer stabilisa‐
tiepoten op de grond staan, zal een foutbericht op het display verschijnen dat wa‐
arschuwt dat de stabilisatiepoten opgetild moeten worden om te kunnen rijden.
104
Zelfrijdende hoogwerker LIGHT LIFT 2614
MULL2614061502