MULL2614061502
VEILIGHEIDSNORMEN VOOR HET TRAN‐
14.3.OPTILLEN VAN DE MACHINE
Om de machine op te tillen, is ten eerste een hijswerktuig nodig waarvan het dra‐
agvermogen geschikt is voor de afstand en de hoogte waarop men de hoogwer‐
ker wenst op te tillen.
• Voor de hefwerkzaamheden die voor het onderhoud nodig zijn, of om de ho‐
ogwerker op het vervoermiddel te laden, mogen uitsluitend machines (bijvoor‐
beeld heftrucks, hijskranen, brugkranen, enz.) en werktuigen voor de opname
van de lading (bijvoorbeeld kabels, kettingen, haken) gebruikt worden, die een
adequaat hefvermogen hebben en in perfecte staat van bewaring verkeren. Om
het gewicht van de machine te kennen, raadpleegt u de paragraaf met technische
kenmerken van de hoogwerker ʺTechnische specificaties (p. 18)ʺ. Onderstaande
foto toont hoe en waar de hoogwerker vastgemaakt moet worden.
• Wanneer de machine opgetild wordt, moet deze in de transportconfiguratie
staan (verlengbare structuur volledig gesloten en uitgelijnd, stabilisatiepoten vol‐
ledig opgetild en verbrede wagen). Is dat niet het geval dan zou de machine uit
evenwicht zijn en is optillen gevaarlijk.
• Hijs de machine nooit op met iemand aan boord.
• Gedurende het ophijsen moet men opletten dat er zich in de handelingszone
geen personen bevinden en vermijd altijd dat de opgeheven machine over de ho‐
ofden van mensen verplaatst moet worden.
Hijs de machine nooit op als hij anders dan aangegeven vastgehaakt is; als hij bi‐
jvoorbeeld opgeheven wordt door hem aan de arm vast te haken door gebruik te
maken van de verankering aan de grond (die er niet op berekend is om het
gewicht van het platform te dragen) of simpelweg door een haak aan één van de
armelementen vast te haken, zodat dit de draaischijf of andere elementen van de
machine forceren die hier niet op berekend zijn. Er bestaat dan een grote kans om
de machine structurele schade te berokkenen.
Zelfrijdende hoogwerker LIGHT LIFT 2614
207