VEILIGHEIDSINRICHTINGEN
MULL2614061502
9.5. MICROSCHAKELAARS POSITIE STABILISATIEPOTEN
Fig. 14 Microschakelaars stabilisatiepoten
Fig. 15 Controlelampje stempel op de
grond
4 microschakelaars in de nabijheid van de bevestigingspen van de steel van de
stabilisatiecilinder detecteren het contact van de stabilisatiepoten met de grond.
De microschakelaars die op de stabilisatiepoot bevestigd zijn, moeten losgelaten
zijn wanneer de stabilisatiepoot op de grond rust. De verklikker op de stabilisa‐
tiepoot gaat branden ter bevestiging dat de stempel op de grond is geplaatst.
Controleer dagelijks de correcte werking van de microschakelaars.
VERSIE MET VARIABEL STABILISATIEGEBIED
Naast hetgeen hierboven is beschreven, bevatten machines met een variabel sta‐
bilisatiegebied vier microschakelaars die de positie van het hele of kleinere ge‐
bied van de stabilisatiepoten verifiëren en aan de hand daarvan de rotatie van het
hoogwerkerdeel van de machine toestaan of beperken. Bovendien is een sensor
aanwezig die de hoekpositie van het hoogwerkerdeel t.o.v. het wagendeel van de
machine verifieert.
44
Zelfrijdende hoogwerker LIGHT LIFT 2614