8.3
EK-S: Instellen van de werkbreedte
Afhankelijk van het te strooien materiaal kan de
werkbreedte tussen 3 en 5 meter worden
ingesteld.
De begrenzing van de strooibreedte wordt op
basis van ervaringsgegevens ingesteld via 2
kettingen (Fig. 24/1) links en rechts aan de
strooimachine.
strooibreedtebegrenzing omhoog zetten
•
werkbreedte vergroten.
→
strooibreedtebegrenzing laten zakken
•
werkbreedte verkleinen.
→
De positie van de begrenzing van de
strooibreedte moet worden vergrendeld door de
kettingen (Fig. 24/2) vast te haken.
EK EK-S BAG0022.4 07.22
cv
Fig. 23
62