Inhoudsopgave
Advertenties
8
Instellingen
8.1
Instellen van de aanbouwhoogte
De aanbouwhoogte van de strooier in beladen
toestand moet 75 cm bedragen.
Gemeten wordt de afstand bij de voorkant
(a = 75) en achterkant (b = 75) van de
strooischotel tot het grondoppervlak.
Waarschuwing!
Houd rekening met de maximale
toegestane hoek van de
kruiskoppelingen van de
koppelingsas!
Bij tractoren met een zeer lage
aftakasaansluiting mag de strooier
slechts tot 58 cm aanbouwhoogte
worden opgeheven.
8.2
Instellen van de strooihoeveelheid
Strooihoeveelheid instellen:
1. Instelhendel (Fig. 23/1) los zetten.
2. Aanslag van de schuif (Fig. 23/2) zo
instellen, dat de afleeskant (Fig. 23/3) op
het gewenste getal van de schaalverdeling
staat.
3. Instelhendel tegen de aanslag zetten en
vastdraaien.
EK-S: zie strooitabel op pagina 75!
EK EK-S BAG0022.4 07.22
Fig. 21
De stand van de schuif is afhankelijk van:
• het strooigoed zelf (zand, zout of zoutmengsel) en de toestand van
het te strooien materiaal (gekorreld, grof/fijn, vochtig, droog)
• de gewenste strooibreedte [m].
• de gewenste rijsnelheid [km/u].
• de gewenste strooihoeveelheid [g/m²].
Het verstellen van de schuif op een hoger getal op de
schaalverdeling betekent:
• grotere doorsnede van de doorvoeropening.
• hogere strooihoeveelheid.
Het instellen van de strooihoeveelheid gebeurt aan de hand van
ervaringswaarden of volgens opgave uit de strooitabel.
Omdat de strooi-eigenschappen van het te strooien materiaal
aan sterke schommelingen (b.v. droog of vochtig) onderhevig
zijn, adviseren wij de gewenste instelling van de strooischijf met
behulp van een afdraaiproef vast te stellen.
Fig. 22
59
Advertenties
Inhoudsopgave
