Hoofdstuk 3
d
Herhaal de stappen a-c voor alle
printers waarvan u de instellingen wilt
wijzigen.
Als het IP-adres is ingesteld op
[STATIC], wordt het IP-adres van de
printer ook gewijzigd in het IP-adres van
de eerste printer.
Wijzig zo nodig het IP-adres van de
printer.
OPMERKING
Als u de instellingen als bestand wilt
opslaan, klikt u op [Bestand] -
[Exporteren].
U kunt dezelfde instellingen toepassen op
een andere printer door op [Bestand] -
[Importeren] te klikken en het
geëxporteerde instellingenbestand te
selecteren. (Zie Importeren op pagina 30.)
.
34
Apparaatinstellingen
Met [Apparaatinstellingen] in "Printer
Instelling Tool" kunt u standaardinstellingen
voor de printer en instellingen voor het
tikpaneel (optioneel, alleen TD-2120N/2130N)
wijzigen.
Bij het afdrukken vanuit een toepassing op de
computer kunt u verschillende instellingen
opgeven met het printerstuurprogramma;
als u echter [Apparaatinstellingen] in
"Printer Instelling Tool" gebruikt, kunt u
meer geavanceerde instellingen opgeven.
Als u [Apparaatinstellingen] opent, worden
de huidige instellingen van de printer
opgehaald en weergegeven. Als de huidige
instellingen niet kunnen worden opgehaald
worden de instellingen daarvoor
weergegeven. Als de huidige instellingen niet
kunnen worden opgehaald en de instellingen
daarvoor niet kunnen worden weergegeven,
worden de standaardinstellingen van de tool
weergegeven.
1
2
3
1 Menubalk
Selecteer een opdracht in een van de menu's.
2 Printer
Selecteer de printer waarvoor de
apparaatinstellingen moeten worden
opgegeven.
Als er slechts één printer aangesloten is, hoeft
u geen printer te selecteren omdat alleen die
printer wordt weergegeven.
3 Tabbladen voor instellingen
Klik op de tab met de instellingen die u wilt
opgeven of wijzigen.
3
4
5
6
7