Hoofdstuk 3
2 Communicatie-instellingen
(alleen TD-2120N/2130N)
Geef instellingen op voor bedraad
LAN, draadloos LAN en Bluetooth. De
verbindingen met behulp van draadloos
LAN en Bluetooth kunnen alleen gebruikt
worden als de bijbehorende optionele
eenheid is aangesloten op de printer en
de verbindingsinstellingen zijn voltooid.
U kunt [Communicatie-instellingen]
alleen openen als u bent aangemeld
met beheerdersrechten.
3 Apparaatinstellingen
Geef apparaatinstellingen op voor de
printer, zoals instellingen voor in- en
uitschakelen en afdrukinstellingen.
U kunt ook instellingen opgeven voor
het tikpaneel (alleen TD-2120N/2130N).
U kunt [Apparaatinstellingen] alleen
openen als u bent aangemeld met
beheerdersrechten.
4 Instellingen P-touch Template
Geef instellingen op voor P-touch
Template.
5 Instelling papierformaat
Geef informatie over papier
en instellingen op voor het
printerstuurprogramma als u een formaat
wilt gebruiken dat niet is opgenomen in
de lijst [Papierformaat] van het
printerstuurprogramma.
U kunt [Instelling papierformaat]
alleen openen als u bent aangemeld
met beheerdersrechten.
6 Afsluiten
Het venster sluiten.
26
c
Controleer of de te configureren printer
wordt weergegeven bij [Printer]. Als
een andere printer wordt weergegeven,
selecteert u de juiste printer in de
vervolgkeuzelijst.
OPMERKING
Als er slechts één printer aangesloten is,
hoeft u geen printer te selecteren omdat
alleen die printer wordt weergegeven.
d
Selecteer het item waarvoor instellingen
moeten worden opgegeven en geef
vervolgens instellingen op in het
dialoogvenster dat wordt geopend, of
wijzig de daarin staande instellingen.
Zie Communicatie-instellingen (alleen
TD-2120N/2130N) op pagina 27,
Apparaatinstellingen op pagina 34,
Instellingen P-touch Template
op pagina 41 of Instelling papierformaat
op pagina 44 voor meer informatie over
de instellingendialoogvensters.
e
Klik na het wijzigen van de instellingen
op [Toepassen] - [Sluiten] in het
instellingendialoogvenster om de
instellingen toe te passen op de printer.
f
Klik op [Afsluiten] in het hoofdvenster
om het opgeven van instellingen af te
sluiten.
Gebruik "Printer Instelling Tool"
alleen voor het configureren van de
printer wanneer die stand-by is. Er kan
een storing optreden in de printer als u
de printer probeert te configureren op
het moment dat er een taak wordt
uitgevoerd.