Hoofdstuk 11
l
Sluit de printer rechtstreeks aan op
de computer met behulp van een
USB-kabel.
Als het scherm met de bevestiging
van de installatie wordt
weergegeven, schakelt u het
selectievakje in en klikt u op
[Volgende]; ga verder bij stap m.
Ga anders verder bij stap n.
m
Selecteer[Ja] om verbinding te maken
met de weergegeven SSID.
Klik op [Volgende]; ga verder bij stap p.
n
De wizard zoekt naar voor de printer
beschikbare draadloze netwerken.
Selecteer de SSID die u hebt genoteerd
bij stap a en klik op [Volgende].
100
OPMERKING
• Als er niets in de lijst staat, controleert u of
het toegangspunt is ingeschakeld en de
SSID uitzendt, en vervolgens of de printer
en het toegangspunt zich in elkaars bereik
bevinden voor draadloze communicatie.
Klik daarna op [Vernieuwen].
• Als uw toegangspunt niet is ingesteld op
het uitzenden van de SSID, klikt u op de
knop [Geavanceerd] om de SSID
handmatig invoeren. Voer de instructies
op het scherm uit om de [Naam (SSID)] in
te voeren en klik op [Volgende].
o
Typ de [Netwerksleutel] die u hebt
genoteerd bij stap a en klik op
[Volgende].
OPMERKING
Als uw netwerk is geconfigureerd voor
verificatie en encryptie, wordt het scherm
[LET OP!] weergegeven. Klik op [OK] om
door te gaan met de configuratie bij p.