Inhoudsopgave
Advertenties
GEBRUIKSAANWIJZING Kabeldetector PCE-CL 10
De detectiediepte is max. 2 meter, en is sterk afhankelijk van de bodemgesteldheid. Stel de
ontvanger in op de automatische modus. Wanneer u de ontvanger langzaam langs het te
onderzoeken stroomcircuit beweegt, zal het signaal veranderen. Aan de hand van het signaal kunt u
de exacte locatie van het stroomcircuit bepalen. Het niveau van het signaal neemt af, wanneer de
afstand tussen de ontvanger en het signaal groter wordt.
5.16 Verhoogd bereik bij toepassingen aan spanningsvoerende leidingen
WAARSCHUWING:
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften, wanneer u de kabeldetector aansluit op stroomvoerende
circuits.
Indien de generator rechtstreeks op de fasedraad en de neutrale geleider aangesloten wordt,
worden de signalen door twee parallelle stroomcircuits gevoerd. Daarom kan het verdraaien van
stroomcircuits in sommige gevallen signalen veroorzaken, die tegen elkaar inwerken, wat kan leiden
tot een effectieve zoekradius van max. 0,5 m. Om dit voor te komen, dient de aansluiting te
geschieden zoals getoond in de volgende afbeelding. De retourkabel maakt dan gebruik van een
aparte kabel, om zo de effectieve radius te verhogen tot 2,5 m. Indien u gebruik maakt van een
verlengsnoer/kabelspoel, plaats deze dan zo ver mogelijk uit de buurt van de te detecteren geleider.
Houd rekening met de afstand tussen de generator en de te detecteren geleider, om de geleider
duidelijk te kunnen detecteren via de signalen.
5.17 Detecteren van een verlegd stroomcircuit (Bipolaire toepassing)
Het stroomcircuit mag niet stroomvoerend zijn, iedere kabel dient spanningsvrij te zijn. De uiteinden
van de kerndraden moeten met elkaar verdraaid zijn en met elkaar geleiden. U heft meerdere
signaalgeneratoren, met verschillende signalen (1-7).
Sluit de generatoren aan, zoals getoond in de afbeelding:
18
Advertenties
Inhoudsopgave
