6.4 Ontmanteling - Verwijdering
Vóór de buitenbedrijfstelling van het verdeelleidingssysteem uit te voeren handelingen
Vóór de buitenbedrijfstelling van het verdeelsysteem moeten de volgende handelingen
worden verricht:
-
Zorg ervoor dat de ventielen van de cilinders of cilinderpakketten gesloten
zijn.
-
Open de uitlaatklep, de afsluitkleppen en de spoelkleppen volledig.
-
Open alle gebruikspunten om het stroomafwaartse netwerk van de verdeler
drukloos te maken.
-
Controleer of de hogedrukmeter een nuldruk aangeeft.
-
Schroef de fittingen tussen de ventielen van de cilinders of het cilinderpakket
en elke aangesloten slang langzaam los.
Werkzaamheden voor de ontmanteling van het verdeelleidingssysteem
De handelingen voor het buiten bedrijf stellen van het verdeelstuksysteem zijn als volgt :
-
Koppel de slangen los van de inlaatfittingen van het ventielenblok van het
verdeelsysteem.
-
Koppel de afvoerpijp los van de uitlaat van de veiligheidsklep.
-
Koppel de ontladingspijp los van de uitlaat van elke spoelklep van het
ventielenblok
-
Koppel de uitlaat van de verdeler los
-
Draai de moeren los waarmee de plaat van het verdeelsysteem aan de steunmuur
is bevestigd en zorg daarbij dat het verdeelsysteem wordt ondersteund.
-
Wanneer het verdeelleidingsysteem van de installatie is losgemaakt, moet het
worden afgevoerd volgens de geldende plaatselijke wetgeving.
Verwijdering:
Overeenkomstig Richtlijn EU 2018/851 betreffende afvalstoffen zorgt de houder van de
apparatuur ervoor dat, wanneer nuttige toepassing overeenkomstig artikel 10 niet
plaatsvindt, afvalstoffen veilige verwijderingshandelingen ondergaan die voldoen aan de
bepalingen van artikel 13 inzake de bescherming van de menselijke gezondheid en het
milieu.
De houder neemt maatregelen om recycling van hoge kwaliteit te bevorderen en te dien
einde,
gescheiden afvalinzameling in te voeren wanneer dit technisch, milieuhygiënisch en
economisch haalbaar en geschikt is om te voldoen aan de noodzakelijke kwaliteit
normen voor de betrokken recyclingsectoren.
21/29
pagina