11- Open langzaam de ontluchtingsklep (3) en sluit hem weer voordat de atmosferische
druk wordt bereikt.
12- Start deze cyclus tweemaal van punt (9) tot (11). (4 tot 6 maal in geval van zuivere
gassen).
13- Draai de cilinder- of bundelkleppen (1) langzaam open (ten minste 2 slagen)
14- Open langzaam de hogedrukafsluiter (2).
Zorg ervoor dat een flexibele slang niet tegen de grond of een muur schuurt. Bevestig de
ketting die de cilinders in de rekken houdt. In het geval van bundels, zorg ervoor dat ze op
een horizontaal oppervlak liggen om hun stabiliteit te garanderen. Alle flexibele slangen
of pigtails moeten zijn aangesloten en de veiligheidskabels moeten zijn vastgehaakt
voordat de afsluiters van de cilinders of bundels worden geopend.
5.3 Na gebruik
-
Sluit alle afsluitkranen en cilinder- (of bundel-)kleppen (1).
-
Open de ontluchtingskleppen (3), ontlucht de installatie en de flexibele slangen
(of pigtails). De manometers moeten "0" aangeven.
-
Sluit de ontluchtingskleppen weer. (3).
-
Demonteer de flexibele slangen en de aansluitingen en berg ze zorgvuldig op.
Veilig opbergen tegen stof en vocht.
-
Schroef de blinde stoppen op de "Hoge druk" inlaatpoorten met een
inbussleutel (afmeting : 1/4" (6,35mm).
Externe reiniging van het spruitstuksysteem
De apparatuur moet worden gereinigd zonder deze te demonteren of zonder de
afsluitings-, meet- en regelinrichtingen te bedienen. Voor de reiniging moeten neutrale
producten worden gebruikt, die op geen enkele wijze mogen inwerken op de apparatuur
en op de materialen waarvan deze is gemaakt.
6 ONDERHOUD
6.1 Oplossen van problemen
De volgende tabel bevat een lijst van eenvoudige problemen, hun mogelijke oorzaken en
remedies die door de gebruiker van het spruitstuksysteem in praktijk kunnen worden
gebracht. Probeer nooit een onderdeel te repareren.
15/29
pagina