Eerste uitgave • Tweede druk
41 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de gele pijl op het
bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en
verplaats de joystick vervolgens weer naar de
middelste stand.
Resultaat: de machine dient zich te verplaatsen in
de richting waarin de gele pijl op het
bedieningspaneel wijst, en vervolgens abrupt te
stoppen wanneer de joystick weer in de middelste
stand wordt gezet.
Opmerking: De remmen moeten in staat zijn de
machine tegen te houden op elke helling die door de
machine kan worden genomen.
Afschakeling rij-kantelhoek testen
Opmerking: Voer deze test vanaf de grond uit met de
platformcontroller. Ga niet op het platform staan.
42 Laat het platform volledig neer.
43 Rijd met de machine een helling op waar de
chassishoek over de X-as (van zijde naar zijde)
groter dan 1,5° is.
44 Breng het platform ongeveer 2,1 m vanaf de
grond omhoog.
Resultaat: Het platform dient te stoppen en het
scheefstandalarm dient met 180 pieptonen per
minuut te klinken. De LED op de
platformbediening moet LL weergeven en de LCD
op de grondbediening moet LL: Machine Tilted
(Machine staat scheef) weergeven.
45 Druk de rijfunctieknop in.
46 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
Onderdeelnr. 1290847DUGT
47 Verplaats de joystick in de richting die wordt
aangegeven door de blauwe pijl en vervolgens in
de richting die wordt aangegeven door de gele
pijl.
Resultaat: De rijfunctie mag in geen van beide
richtingen in werking treden.
48 Laat het platform volledig neer.
49 Rijd met de machine een helling op waar de
chassishoek over de Y-as (van voren naar
achteren) groter dan 2,5° is.
50 Breng het platform ongeveer 2,1 m vanaf de
grond omhoog.
Resultaat: Het platform dient te stoppen en het
scheefstandalarm dient met 180 pieptonen per
minuut te klinken. De LED op de
platformbediening moet LL weergeven en de LCD
op de grondbediening moet LL: Machine Tilted
(Machine staat scheef) weergeven.
51 Druk de rijfunctieknop in.
52 Druk de functieschakelaar rijden/sturen op de
joystick in en houd deze ingedrukt.
53 Verplaats de joystick in de richting die wordt
aangegeven door de blauwe pijl en vervolgens in
de richting die wordt aangegeven door de gele
pijl.
Resultaat: De rijfunctie moet in werking treden.
54 Laat het platform neer.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
™
GS
-1330m
Bedieningshandleiding
Inspecties
29