Controlestap
3. Controle van de optimale trainingscondities
Staat het apparaat op
een vlakke ondergrond
en kan het niet
wankelen, kantelen of
omvallen?
Biedt de ondergrond
voldoende grip, zodat
het apparaat niet kan
verschuiven?
Kunnen de krukken/
voetsteunen vrij
bewegen en bestaat
er geen gevaar dat de
krukken bij de volgende
training andere
voorwerpen kunnen
grijpen en opwikkelen?
Zijn bij de been-
en/of arm-/
bovenlichaamtraining
de benen/armen
van de gebruikers
goed vastgezet in
de voetsteunen/
onderarmsteunen?
Maatregelen wanneer bij
de visuele inspectie fouten
worden geconstateerd
Geschikte plaats van opstelling
kiezen, zodat het apparaat
tijdens de training niet
kan wankelen, kantelen of
omvallen. Zorg ervoor dat de
bodemfixering door middel van
het voetpedaal is vastgezet
en alle 4 de stopvoeten op de
vloer rusten.
Zorg er door de keuze van een
stroeve ondergrond voor dat
het apparaat stevig staat.
Verwijder alle voorwerpen
uit de buurt van de krukken
die door de krukken kunnen
worden gegrepen wanneer
ze gaan draaien, of die de
beweging van de krukken
belemmeren.
Let er met name op dat
bijvoorbeeld de kabel van de
afneembare bedieningseenheid
of de afstandsbediening voor
de patiënt niet in de krukken
vast komt te zitten.
Fixeer de benen/armen zoals
beschreven is in het hoofdstuk
"Voorbereiding" (pagina 43
en 45).
VISUELE INSPECTIE
Motivatie van de
controlestap
Het apparaat mag niet
wankelen, kantelen of
omvallen, omdat dit gevaar
voor verwonding oplevert
voor de gebruiker/patiënt.
De MOTOmed kan
verschuiven als hij op een
gladde ondergrond staat
(tegels, laminaat, parket,
enz.).
Bij roterende onderdelen
die door een motor worden
aangedreven moet er goed
op worden gelet dat er
niets door de draaiende
delen kan worden gegrepen.
Hier gelden dezelfde
voorzorgsmaatregelen
als bijvoorbeeld voor
keukenapparatuur of
handboormachines.
De benen/armen mogen
tijdens de training niet per
ongeluk uit de voetsteunen/
onderarmsteunen kunnen
schieten.
25
3