Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie- en gebruikershandleiding
7. COMFORTVERHOGENDE MAATREGELEN
7.1 Plaatsen van geluidsdempers
7.2 Plaatsen van een voorverwarmer
28
Als ventilatiespecialist raden wij u aan om in elke installatie geluidsdempers te
voorzien. Ook indien het ventilatietoestel slechts een beperkt geluid genereert,
dan nog is het zeker nuttig om geluidsdempers te plaatsen om het geluidsniveau
van de installatie te verlagen. Het zou immers zonde zijn dat u de ventilatie
installatie permanent in de laagste stand zou plaatsen enkel en alleen uit
geluidstechnische overwegingen.
Standaard worden er 2 dempers voorzien per installatie. Ze worden tussen het
ventilatietoestel en de luchtverdeelkast of het aanwezige Y-stuk geplaatst en
dit zowel in het pulsie - als in het extractiekanaal. Optioneel kan er nog een
extra geluidsdemper worden voorzien om het geluid in slaapkamers verder te
reduceren. Met deze bijkomende demper, die rechtstreeks op de luchtverdeelkast
voor de slaapkamers wordt geplaatst, zal het geluidsniveau in deze ruimtes
nog verder worden gereduceerd en bekomt men een installatie met verhoogd
akoestisch comfort.
Indien u toch opteert om momenteel geen geluidsdempers te plaatsen dan raden
wij u aan om steeds een kanaal met een lengte van ± 1 meter te voorzien tussen
het ventilatietoestel en de plaatsing van de eerste luchtverdeelkast of Y-splitsing.
Als u deze afstand respecteert, kunnen er eventueel later nog en zonder veel
moeite geluidsdempers worden voorzien in de installatie.
Op plaatsen waar er vaak negatieve buitentemperaturen heersen of om de
comforttemperatuur van de ingeblazen ventilatielucht onrechtstreeks te verhogen,
kan aan de installatie een voorverwarmer worden toegevoegd.
De voorverwarmer wordt steeds in de geïsoleerde aanzuigleiding naar het
ventilatietoestel geplaatst en moet ervoor zorgen dat bij lage buitentemperaturen
in de winter de ingaande koude buitenlucht enkele graden wordt voorverwarmd
vooraleer deze in het ventilatietoestel terechtkomt.
Na de passage van deze verse lucht door de warmtewisselaar zal de temperatuur
van de ingeblazen lucht automatisch worden verhoogd. Gelijktijdig zal de
temperatuur van de uitgaande vervuilde lucht enkele graden stijgen en zal het
toestel niet of nauwelijks in de gewone anti-vriesmodus worden geschakeld.
BELANGRIJK: Het plaatsen van een voorverwarmer mag uitsluitend door een
erkend installateur worden uitgevoerd en vereist steeds een wijziging van de
standaard parameters die ingesteld werden door de fabrikant.
OPMERKING: een lage inblaastemperatuur van de toevoer of pulsielucht kan
ook het gevolg zijn van een grote onbalans in beide luchtstromen. Deze wordt
mogelijks veroorzaakt door de aanwezigheid van sterk vervuilde filters in uw
ventilatietoestel. Om deze reden is het belangrijk om de filters regelmatig te
controleren en indien nodig te vervangen (zie hoofdstuk 9).
Advertenties
Inhoudsopgave
