5.6 Bedieningsmogelijkheden
5.6.1 De bedrade 3-standenschakelaar
De meest klassieke manier om uw ventilatietoestel te bedienen is door gebruik te maken van een bedrade 3-standenschakelaar.
Hiervoor dient u de 3 klemmen van de schakelaar te verbinden met connector X9 van het controlepaneel van het ventilatietoestel.
In de praktijk moeten de volgende verbindingen worden gemaakt:
Controlepaneel
klemmen X9 (zie 5.5.1)
X9 klem 1
X9 klem 2
X9 klem 3
5.6.2 De RF bediening
De centraal geplaatste LED op de schakelaar licht kort op na elke manipulatie. Zo zal bij het wijzigen van de ventilatiestand de LED
1 x kort groen oplichten.
Eventuele foutcodes, die via de LED op de schakelaar, worden weergegeven, kan u in het hoofdstuk 'storingen en foutmeldingen'
raadplegen.
De RF bediening is geproduceerd overeenkomstig de volgende EU-richtlijnen:
•
EMC richtlijn: 2004/108/EC
•
Laagspanningsrichtlijn: 2006/95/EC
•
RTTE richtlijn: 1999/5/EC
•
RoHS richtlijn: 2002/95/EC
•
WEEE richtlijn: 2002/96/EC
De RF-schakelaar is CE-conform en mag niet buiten de EU worden gebruikt.
De RF-schakelaar dient bij defect naar een recyclagepark te worden afgevoerd.
De RF-schakelaar mag niet worden ingebouwd in een metalen behuizing, noch worden geschilderd.
Installatie- en gebruikershandleiding
3-standenschakelaar
type: SMT-1-30-3B
aansluiting L1
aansluiting U2
aansluiting U3
Het ventilatietoestel kan zeer eenvoudig worden bediend door gebruik te
maken van de draadloze RF bediening. Deze schakelaar is standaard voorzien
van 4 ventilatiestanden en een centrale LED als statusindicator.
Om de RF schakelaar te koppelen dient het ventilatietoestel in de binding
modus te worden geplaatst. Deze modus wordt standaard geactiveerd na het
onder spanning plaatsen van het ventilatietoestel en dit gedurende 5 minuten.
Raadpleeg paragraaf 6.3 voor het koppelen van de RF-bediening. Indien u
enkel beschikt over één of meerdere draadloze drukknopbedieningen zal een
klik op de Auto-knop hetzelfde effect hebben als een klik op de LOW knop
(= away modus).
Enkel indien er ook CO
- of vochtsensoren zijn voorzien, kan het toestel
2
ook in de Auto modus worden geschakeld. Tijdens deze modus zal het
toestel volledig autonoom werken op basis van de gemeten parameter in
de aanwezige lucht en deze vergelijken met de door de fabrikant bepaalde
setpoints (zie 5.6.4).
De verschillende ventilatiestanden zijn:
• away modus: ventilatiestand LOW
• home modus: ventilatiestand MEDIUM
• timer modus: ventilatiestand HIGH (tijdsgebonden: 1 x klik = 30min,
2 x klik = 60min of 3 x klik = 90min.)
• auto modus: automatische ventilatiestand i.f.v. de concentratie CO
of % RV (minimum 1 sensor gekoppeld)
3-standenschakelaar
type: WAO 1329/13S 17U
aansluitklem P
aansluitklem T1
aansluitklem T2
2
21