3.2.3. De SIM-kaart ontgrendelen
PIN-code
UW Persoonlijk Identificatienummer (PIN) code beveiligt de SIM-kaart tegen ongeautoriseerd gebruik. Uw PIN-code wordt gewoonlijk
met de SIM-kaart geleverd. Als deze beveiligingfunctie is ingeschakeld, dient u de PIN-code in te voeren telkens dat u de telefoon
inschakelt. U kunt deze functie ook uitschakelen.
Houd de aan/uittoets ingedrukt om de telefoon in te schakelen en de SIM-kaart te ontgrendelen. Voer de PIN-code in. Als u driemaal
achtereenvolgens een incorrecte PIN-code invoert, zal de code worden geblokkeerd en is de PUK-code vereist om het weer te
ontgrendelen.
PUK-code
Deze code is vereist om een vergrendelde PIN-code te veranderen. Als de code niet is meegeleverd met de SIM-kaart, neem dan
contact op met uw serviceprovider. Als u tienmaal achtereenvolgens een incorrecte PUK-code invoert, zal de SIM-kaart niet langer
bruikbaar zijn. Neem a.u.b. contact op met uw serviceprovider om een nieuwe SIM-kaart aan te schaffen. U kunt de PUK-code niet
wijzigen. Indien verloren, neem a.u.b. contact op met uw serviceprovider.
3.2.4. Verbinding met het netwerk
Nadat de SIM-kaart is ontgrendeld, zal de telefoon automatisch naar het geregistreerde netwerk of andere lokaal beschikbare
netwerken zoeken. Nadat de verbinding tot stand is gebracht, zal de naam van de netwerkprovider boven in het scherm verschijnen.
Uw telefoon is nu in Standbymodus en gereed voor het plaatsen en ontvangen van oproepen.
4. Belfunctie
Nadat de instelling beschreven in de vorige secties is voltooid, bent u gereed om oproepen te plaatsen en ontvangen m.b.v. de
algemene informatie verstrekt in deze sectie.
Opmerking:
Wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt, dient u de hoofdtelefoon voorzicht aan te sluiten en los te koppelen, om beschadiging van
de hoofdtelefoonuitgang te voorkomen.
14