Installatie en bediening
5.2
Bediening
Aanwijzingen voor de gebruiker
•
Vul de koelopzetvitrine pas wanneer het display aangeeft dat de gewenste
temperatuur is bereikt.
•
Bereide levensmiddelen mogen alleen in daarvoor bestemde GN-bakken
worden geplaatst (hoofdstuk "Technische gegevens").
•
Plaats geen warm voedsel in de koelopzetvitrine, koel deze eerst af tot
kamertemperatuur.
•
Plaats met levensmiddelen gevulde GN-bakken in het daarvoor bestemde
koelbad. Gebruik indien nodig de bijgevoegde dwarsbalken als steunen voor
GN-bakken.
•
Neem de voorgeschreven bewaartijden voor voedingsmiddelen in acht om de
vorming van onaangename geuren in de koelopzetvitrine te voorkomen.
•
Als zich condenswater op de bodem van het koelbad verzamelt, veeg dit dan
weg met een zachte, droge doek.
•
Na een stroomstoring of na het verwijderen van de stekker uit de contactdoos
van het apparaat, mag u deze pas na 5 minuten opnieuw aansluiten.
•
Plaats na het vullen van de koelplaat het roestvrijstalen deksel.
•
Om het verlies van koele lucht uit de unit te verminderen, moet de openingstijd
van de roestvrijstalen deksel zo kort mogelijk zijn. Bovendien mag het
roestvrijstalen deksel niet te vaak worden geopend.
•
Houd bij een plotselinge stroomuitval het deksel gesloten om te voorkomen dat
er koele lucht uit het apparaat verloren gaat.
Voorbereiding en opstarten van het apparaat
1. Reinig voor gebruik de koelopzetvitrine volgens de instructies in hoofdstuk 6
"Reiniging en onderhoud".
2. Start het apparaat (zonder voedsel). Neem de aanwijzingen in de volgende
hoofdstukken van de gebruiksaanwijzing in acht.
3. Sluit het apparaat aan op een passend, enkelvoudig stopcontact.
4. Zet het apparaat aan door de aan/uit schakelaar aan de voorkant van het
apparaat in de "I" stand te zetten (AAN).
Het groene lichtnet controlelampje op de schakelaar licht op.
Op de digitale display verschijnt de actuele temperatuur van de binnenkant van het
apparaat.
110410
NL
15 / 24