8.
Steek de beugelstift (②) in de onderzijde van de
klepmotor.
9.
Let erop dat de beugelstift correct is vastgeklikt:
De klepmotor zit vast op de 3 wegomschakelklep.
Beide punten van de beugelstift liggen op het uit-
stekende gedeelte.
De punten van de beugelstift zijn ca. 2 mm zicht-
baar (niet veel meer!).
10. Schroef het frontpaneel van de modulekast vast.
8
Hydraulische aansluitingen
isoleren
1.
Isoleer het verwarmingscircuit en de warmtebron
in overeenstemming met de lokale voorschriften.
2.
Open de afsluiters.
3.
Voer een drukproef uit en controleer de dichtheid.
4.
Isoleer de interne leidingen aan de modulekast
met het isolatiemateriaal uit het bijgeleverde ex-
tra pakket.
5.
Isoleer de externe, plaatselijke buisleidingen.
6.
Isoleer alle aansluitingen, armaturen en leidingen.
7.
Isoleer de warmtebron diffusiedicht.
8.
Isoleer bij apparaten met koeling ook het verwar-
mingscircuit diffusiedicht.
9.
Isoleer bij apparaten met koeling en een vermo-
gen vanaf 14 kW ook de ontluchtingsklep aan de
koelwisselaar diffusiedicht. Plak hiervoor de isola-
tiestroken over elkaar (
20
Technische wijzigingen voorbehouden | 83057000jNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
extra pakket).
9
Overstortventiel instellen
AANWIJZING
● De handelingen in dit hoofdstuk zijn alleen
bij een seriële buffervataansluiting nood-
zakelijk.
● Voer de werkstappen snel uit, want anders
kan de maximale retourtemperatuur wor-
den overschreden en gaat de warmtepomp
in hogedrukstoring.
● Indien de instelknop aan het overstortven-
tiel naar rechts wordt gedraaid, vergroot
het temperatuurverchil (de spreiding), bij
een draai naar links verkleint dit.
De installatie werkt in de verwarmingsmodus (het
beste in koude toestand).
Al in de IBN-assistent bestaat de mogelijkheid om in
het geval van een seriële buffervatintegratie de over-
stortventiel in overeenstemming met het hydraulisch
systeem in te stellen.
Bevestig de IBN-assistent of: