Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Microfoongevoeligheid Instellen; Bewerkingsmodus Instellen; Stille Opname In- En Uitschakelen - Philips Voice Tracer DVT2510 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5
Kies met h / b de gewenste opnamekwaliteit.
X
Op het display wordt het symbool van de gekozen
kwaliteitsinstelling weergegeven:
‡ – Hoogste kwaliteit, ongecomprimeerd, formaat: WAV,
1.411 kbit/s
... – Zeer hoge kwaliteit, formaat: MP3, 192 kbit/s
ƒ – Hoge kwaliteit, formaat: MP3, 96 kbit/s
ˆ – Opname tijd boven het gemiddelde: Formaat: MP3, 64 kbit/s
ƒ – Langste opnametijd, formaat: MP3, 8 kbit/s
6
Bevestig het met de opnameknop g.
7
Druk op de stopknop ~ om het menu te verlaten.
Tip
• Druk op de stopknop ~ om de procedure zonder opslaan af te
breken en naar de stopmodus terug te keren.

8.1.3 Microfoongevoeligheid instellen

Met de microfoongevoeligheid legt u de omgevingssituatie van de
opname vast. Afhankelijk van de afstand van de sprekers past u de
gevoeligheid van de microfoon aan om achtergrondgeluiden zo veel
mogelijk uit te schakelen.
1
Druk in stopmodus (startscherm) twee seconden op a/MENU.
2
Kies met a het menu voor opname-instellingen Ó.
3
Kies met h / b de functie
.
Mic sensitivity
28
Instellingen
4
Bevestig het met de opnameknop g.
5
Kies met h / b de gewenste opnamekwaliteit.
Op het display wordt het symbool van de gekozen
X
microfoongevoeligheid weergegeven:
° – 
– Optimale instelling voor de opname van een bron
Dictation
direct voor het apparaat.
– Optimale opname voor nabewerking met
± – 
Speech to text
een spraakherkenningssoftware.
¯ – 
– Optimale instelling voor het opnemen van
Conversation
meerdere bronnen in de directe omgeving van het apparaat.
– Optimale instelling voor het opnemen van een bron
µ – 
Lecture
op grote afstand van het apparaat.
Bevestig het met de opnameknop g.
6
Druk op de stopknop ~ om het menu te verlaten.
Tip
• Druk op de stopknop ~ om de procedure zonder opslaan af te
breken en naar de stopmodus terug te keren.

8.1.4 Bewerkingsmodus instellen

U kunt een bestaande opname bewerken door een deel van de
opname te overschrijven of aan het einde van een opname een nieuwe
opname aan te voegen. In overschrijvingsmodus wordt de aanwezige
opname vanaf de actuele positie gewist!
1
Druk in stopmodus (startscherm) twee seconden op a/MENU.
2
Kies met a het menu voor opname-instellingen Ó.
3
Kies met h / b de functie
Edit mode
4
Bevestig het met de opnameknop g.
5
Kies met h / bof u een nieuw deel aan een bestaande
opname wilt toevoegen, of u een bestaand deel wilt wissen en
overschrijven. U kunt de functie ook uitschakelen.
X
Op het display wordt het symbool van de gekozen
bewerkingsmodus weergegeven:
Å – Opname toevoegen
Æ – Opname overschrijven
6
Bevestig het met de opnameknop g.
7
Druk op de stopknop ~ om het menu te verlaten.
Tip
• Druk op de stopknop ~ om de procedure zonder opslaan af te
breken en naar de stopmodus terug te keren.
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave

8.1.5 Stille opname in- en uitschakelen

Met deze functie schakelt u de displayweergave, de status-LED en
de geluidssignalen tijdens een opname uit. Op deze manier kunt u
opnemen zonder zichtbare aanduiding van de opname op het apparaat.
1
Druk in stopmodus (startscherm) twee seconden op a/MENU.
2
Kies met a het menu voor opname-instellingen Ó.
3
Kies met h / b de functie
.
4
Bevestig het met de opnameknop g.
5
Kies met h / bof u de functie wilt in- of uitschakelen.
6
Bevestig het met de opnameknop g.
7
Druk op de stopknop ~ om het menu te verlaten.
Tip
• Druk op de stopknop ~ om de procedure zonder opslaan af te
breken en naar de stopmodus terug te keren.
.
Silent recording
29
Instellingen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Voice tracer dvt2710

Inhoudsopgave