Informatie over de printermenu's
Optie
Tonerintensiteit
1–5
Dunne lijnen verbeteren
Aan
Uit
Kleur besparen
Aan
Uit
RGB-helderheid
‑6 tot 6
RGB-contrast
0–5
RGB-verzadiging
0–5
Functie
Afdrukken lichter of donkerder maken.
Opmerkingen:
•
4 is de standaardinstelling.
•
Als u een lagere waarde kiest, bespaart u toner.
•
Als de afdrukmodus is ingesteld op Alleen zwart, verhoogt u met de waarde 5 de dichtheid en
de intensiteit van de toner voor alle afdruktaken.
•
Als de afdrukmodus is ingesteld op Kleur, heeft instelling 5 dezelfde effecten als instelling 4.
Een afdrukmodus inschakelen die speciaal bedoeld is voor bestanden met nauwkeurige details, zoals
bouwkundige tekeningen, kaarten, stroomcircuitschema's en stroomdiagrammen.
Opmerkingen:
•
Uit is de standaardinstelling.
•
Als u Dunne lijnen verbeteren wilt instellen vanuit een programma, opent u een document
en klikt u op Bestand >Afdrukken en vervolgens op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of
Instellen.
•
Als u Dunne lijnen verbeteren wilt instellen via de Embedded Web Server, geeft u het IP-
adres van de printer op een browser.
Hoeveelheid toner voor het afdrukken van illustraties en afbeeldingen beperken. De hoeveelheid
toner die wordt gebruikt voor tekst, blijft hetzelfde.
Opmerkingen:
•
Uit is de standaardinstelling.
•
Als Aan is ingesteld, worden de instellingen voor tonerintensiteit genegeerd.
Helderheid in de kleuruitvoer aanpassen.
Opmerkingen:
•
0 is de standaardinstelling.
•
Dit heeft geen invloed op bestanden met CMYK-kleurspecificaties.
Contrast in de kleuruitvoer aanpassen.
Opmerkingen:
•
0 is de standaardinstelling.
•
Dit heeft geen invloed op bestanden met CMYK-kleurspecificaties.
Verzadiging in de kleuruitvoer aanpassen.
Opmerkingen:
•
0 is de standaardinstelling.
•
Dit heeft geen invloed op bestanden met CMYK-kleurspecificaties.
164