pH-/redox (ORP)-omvormers met één en twee ingangen
AX416, AX436, AX460, AX466 en AX468
4.1.6 Monsterkalibratie (alleen pH)
-----
Grab
A: Buffer Method
9. 1 8
pH
25. 0
Deg.C
A: Adjust Value
100. 0
%
7. 0 0
pH
A: Slope & Check
Sensor Cal. A
IM/AX4PH–NL Rev. P
Sensor A: buffermethode (alleen pH-sondes)
Selecteer de kalibratiemethode Grab (Monster).
Waarde aanpassen
en
pH
Adjust
weergegeven. De weergegeven pH-waarde is de waarde die op het moment dat deze
eenheid geselecteerd door de omvormer wordt gemeten en deze waarde wordt
gehandhaafd totdat naar de volgende eenheid wordt doorgegaan. Gebruik onder Adjust
Value (Waarde aanpassen) de toetsen
intervallen van 0,01 pH) aan de pH-waarde van het gemeten monster aan te passen.
Opmerkingen:
Als de weergegeven waarde met meer dan ± 3 pH wordt aangepast, verschijnt
WARNING – OFFSET (WAARSCHUWING: OFFSET) op de onderste weergaveregel.
Als de waarde van het gemeten monster juist is en de meetwaarde van de omvormer
niet te veel is aangepast, dient u de sensor te reinigen, de sensoraansluitingen te
controleren en het opnieuw te proberen.
Als de weergegeven waarde met ± 5 pH wordt aangepast, verschijnt OUT OF RANGE
(BUITEN BEREIK) op de onderste weergaveregel. Dit betekent dat de maximale
aanpassingswaarde is bereikt. Verdere aanpassing is niet mogelijk.
Gradiëntwaarde
Gradiëntpercentage.
De waarde die tijdens de laatste geldige tweepuntskalibratie is gegenereerd, wordt
weergegeven. Deze waarde ligt tussen het geprogrammeerde minimale gradiëntpercentage
(zie
Set Min Slope
pH-controlewaarde.
De waarde die tijdens de laatste geldige tweepuntskalibratie is gegenereerd,
aangepast met de onder
waarde, wordt weergegeven.
Opmerking: de pH-controlewaarde wordt opnieuw ingesteld op de vorige geldige
controlewaarde als er na een monsterkalibratie een één- of tweepuntskalibratie wordt
uitgevoerd.
Sensor B (alleen voor omvormers met twee ingangen) wordt op precies dezelfde wijze
Sensor Cal. B
gekalibreerd als sensor A.
SENSOR CAL.
(Type sonde) voor sensor B (alleen voor omvormers met twee ingangen) is
Probe Type
ingesteld op
Redox
(Nee) (sectie 5.3). Terug naar beginscherm.
Alter Sec.Code
SECURITY CODE
5.1 op pagina 28).
CONFIG. DISPLAY
Alter Sec.Code
pagina 29).
(Aanpassen) worden beurtelings op de bovenste weergaveregel
(Minimale gradiënt instellen), sectie 5.3) en 105%.
(Waarde aanpassen) (zie boven) aangepaste
Adjust Value
of
en
ORP
Enable Cals.
(Beveiligingscode wijzigen) niet ingesteld op nul (sectie 5.8, zie sectie
(Beveiligingscode wijzigen) ingesteld op nul (sectie 5.8, zie sectie 5.2 op
en
om de weergegeven waarde (in
(Kalibraties inschakelen) is ingesteld op
4 Instellen
No
27