•
Het afgebeelde gebied varieert afhankelijk van de richting van het
voertuig en de wegomstandigheden.
•
Als de voertuigsnelheid 10 km/u overschrijdt, houdt het
Parkeerassistentiesysteem op te functioneren.
•
Zorg dat het werkbereik van de sensoren vrij van voorwerpen is.
•
Het sensorgebied niet afspoelen of met stoom reinigen bij het
wassen van het voertuig om sensordefecten te voorkomen.
Sensortype
•
Als de sensor een obstakel detecteert, wordt het corresponderende
beeld weergegeven op het infotainmentscherm*, afhankelijk van de
plaats van het obstakel en de afstand daarvan tot het voertuig.
•
De sensor meet de afstand tussen het voertuig en het obstakel als
het voertuig geparkeerd of in een rij gezet wordt, en communiceert
de afstandsinformatie via het infotainmentscherm en de luidspreker.
Let op de omgeving voor het gebruik van dit systeem.
(1)
Sensor linksvoor*
(2)
Sensor rechtsvoor*
(3)
Sensor rechtsachter*
(4) (5) Sensoren middenachter*
(6)
Sensor linksachter*
02
13