1.4 Bij het installeren, inbedrijfstellen, onderhouden en repareren dienen de hieronder
vermelde voorschriften en richtlijnen in aanmerking te worden genomen:
Opgelet
6
Veiligheidsaanwijzingen / Normen en voorschriften
Het opstellen, installeren en inbedrijfstellen van de warmtepompinstallatie dient
door een gekwalificeerde installateur met inachtneming van de desbetreffende
rechtsgeldige wettelijke voorschriften, verordeningen, richtlijnen en de montage-
handleiding te worden uitgevoerd.
De helling van de warmtepomp gedurende transport mag maximaal 45° bedragen.
Onderdelen en leidingwerk van het koelcircuit, het verwarmingscircuit en de warmte-
bronnenzijde mogen in geen enkel geval voor transportdoeleinden worden gebruikt.
De warmtepomp mag uitsluitend met buitenlucht als warmtebron worden ingezet.
De luchtopeningen mogen niet worden vernauwd of dichtgemaakt.
Om veiligheidstechnische redenen mag de voedingsspanning van de warmtepomp
en de regeling, ook buiten het stookseizoen, niet worden onderbroken.
Reden: ontbrekende bewaking van druk-VC, geen vorstbeveiliging, geen pompstil-
standbeveiliging!
Het toestel mag uitsluitend door een gekwalificeerde installateur worden geopend.
Vóór het openen van het toestel moeten alle stroomkringen spanningsloos zijn ge-
schakeld. Voorzorgsmaatregelen treffen, welke onbedoeld aanlopen van de ventila-
tor voorkomen. Het starten van de ventilator wanneer de buitenunit geopend is, kan
ernstig letsel tot gevolg hebben. De installatie moet meerpolig spanningsvrij worden
geschakeld en tegen opnieuw inschakelen worden beveiligd!
Werkzaamheden aan het koelcircuit mogen uitsluitend door een gekwalificeerde
installateur worden uitgevoerd.
Toesteloppervlakken nooit met schuurmiddelen, zuur- of chloorhoudende schoon-
maakmiddelen behandelen.
De warmtepomp dient bij de opstelling stevig op zijn plaats te worden geïnstalleerd
zodat de pomp tijdens de werking niet kan verschuiven of glijden.
De buitenunit mag alleen in de openlucht worden opgesteld.
Beschadigde elementen mogen enkel door originele WOLF-reserveonderdelen
worden vervangen.
De voorgeschreven zekeringswaarden moeten in acht worden genomen.
(zie Technische gegevens).
Indien regelingen van WOLF technisch veranderd worden, zijn wij niet verantwoor-
delijk voor schade die hierdoor kan ontstaan.
Gevaar voor waterschade en functiestoringen door bevriezen!
Bij ingeschakelde warmtepomp is automatisch de vorstbeveiliging geactiveerd!
Als de boiler aan de aansluitingen voor warm en koud water met niet-metalen
buismateriaal verbonden is, moet de boiler worden geaard!
3066535_201905