26 |
Bedrading
|Installatiehandleiding van Halo-pulscompressieradar
Vereisten aan aarding
De RI-12 heeft aan de onderzijde van de behuizing een aansluiting voor chassisaarding. Bij
de chassisaarding is de gelijkstroom geïsoleerd van de voeding (negatief ) om het risico op
galvanische corrosie te voorkomen.
Het wordt aanbevolen de RI-12-aarding te verbinden met de massa van het vaartuig of een RF-
aarding op de dichtst mogelijke locatie met een draad van 2,1 mm (12 AWG) of dikker:
Externe voedingsregeling
Externe voedingsregeling is een functie waarmee de voedingsstatus van de radar kan worden
bediend via een schakelaar of wanneer een compatibel multifunctioneel display wordt in- of
uitgeschakeld.
¼ Opmerkingen:
•
Voor gebruik van de externe voedingsregeling moet de verbindingsdraad voor
voedingsregeling van de radar worden verplaatst van AUTO (Automatisch) naar REMOTE
(Extern).
•
Vanaf een multifunctioneel display dat is ingesteld als master voor voedingsregeling of via
een schakelaar kunt u +V DC (5 V DC - 32 V DC) toepassen op de poort REMOTE (Extern)
van de connector AUX IN zodat het extern inschakelen van de voeding werkt.
•
Sluit de gele draad aan op een externe inschakelfunctie van een compatibel multifunctioneel
display en de externe invoer. De radar wordt ingeschakeld wanneer het display wordt
ingeschakeld. Het display moet worden ingesteld als de master van de voedingsregeling.
(Zie de handleiding van het display)
•
Als de radar wordt uitgeschakeld via externe voedingsregeling terwijl er gegevens
worden overgedragen, wordt de antenne van de radar automatisch geblokkeerd met de
parkeerrem voordat de radar wordt uitgeschakeld.
•
Er moet een gezamenlijke negatieve accupool zijn voor alle apparaten op een
voedingsregelingslijn.