4
12 |
Installatierichtlijnen
Installatierichtlijnen
!
Waarschuwing:
scheepstechnicus aangezien onjuiste installatie risico met zich meebrengt voor de
installateur, mensen in de omgeving en de veiligheid van het vaartuig.
!
Waarschuwing:
ingesteld op OFF (Uit) voordat u installatie- of onderhoudswerkzaamheden gaat uitvoeren
aan de Halo-radar
Er is een zendvergrendeling die overdracht van radargegevens voorkomt als de scanner niet
draait. Nadat het systeem is uitgeschakeld, blijft er gedurende enige tijd een hoge spanning
aanwezig in het apparaat. Als u niet bekend bent met dit type elektronica, schakelt u een
bekwame onderhouds- of installatiemonteur in voordat u onderhoud werkzaamheden gaat
uitvoeren aan een onderdeel van de apparatuur.
De installatie omvat:
•
mechanische montage
•
elektrische bedrading
•
configuratie van het display of netwerksysteem voor werking met de radar
•
de radar afstellen voor juiste prestaties
Het vermogen van de radar om doelen te detecteren is in grote mate afhankelijk van de positie
van de scanner. De ideale locatie voor de scanner is hoog boven de kiellijn van het vaartuig,
waar er geen obstakels zijn.
Met een hogere installatielocatie wordt het radarbereik groter, maar wordt ook het minimale
bereik rond het vaartuig waar geen doelen kunnen worden gedetecteerd groter en wordt er
meer zeeruis opgevangen
Houd bij het bepalen van de locatie rekening met het volgende:
•
De aansluitkabel die bij de radar is geleverd, is 20 m lang en dit is meestal voldoende. Er is een
langere kabel (30 m) verkrijgbaar. De langst mogelijke kabel die kan worden gebruikt, is 30 m.
•
Als het dak van het stuurhuis de hoogst beschikbare locatie is, overweeg dan een radarmast of
-stang te plaatsen waarop u de radar kunt monteren. Mogelijk moet u ook een steiger plaatsen
voor uw veiligheid tijdens de installatie- en onderhoudswerkzaamheden.
•
Als u de scanner op de mast plaatst, plaats deze dan aan de voorzijde zodat er een goed bereik
is aan de voorzijde van het vaartuig.
•
Het wordt aanbevolen de scanner parallel aan de kiellijn te plaatsen.
DOE HET VOLGENDE NIET:
•
Installeer de scanner niet te hoog. Een te hoge locatie kan de stabiliteit van het vaartuig
beïnvloeden en het radarbeeld over korte afstanden kan waziger worden.
•
Installeer de scanner niet in de buurt van een lamp of uitlaat. Door de warmte-uitstoot kan het
apparaat defect raken. Roet en rook zullen leiden tot lagere prestaties van de radar.
•
Installeer de scanner niet in de buurt van antennes van andere apparatuur, zoals
radiorichtingzoekers, VHF-antennes, GPS-apparaten enzovoort, aangezien er dan interferentie
kan optreden.
•
Installeer de scanner niet op een locatie waar zich een groot obstakel (bijvoorbeeld een
uitlaatpijp/-schoorsteen) bevindt op dezelfde hoogte als de straal. Het obstakel zal waarschijnlijk
valse echo's en/of schaduwzones veroorzaken. Als er geen alternatieve locatie is, gebruikt u de
functie Blanco sector in de software. (zie "" op pagina 33)
•
Installeer de scanner niet op een locatie waar deze wordt blootgesteld aan sterke trillingen.
Door de trillingen kunnen de prestaties van de radar afnemen.
•
Installeer een open array-radar niet in de buurt van een val of vlag omdat deze door de wind
rond de antenne gewikkeld kan worden, waardoor de antenne komt vast te zitten.
|Installatiehandleiding van Halo-pulscompressieradar
een radar mag alleen worden geïnstalleerd door een bekwame
zorg dat de veiligheidsschakelaar op de achterzijde van de pedestal is