22 |
Bedrading
|Installatiehandleiding van Halo-pulscompressieradar
RI-12-aansluitingen
12 3
4
6
7
8
9
Nummer Naam
1
FUSE (ZEKERING)
2
Voedingsregeling:
REMOTE (EXTERN)
3
Voedingsregeling: AUTO
4
SCANNER POWER
(SCANNERVOEDING)
5
NMEA 2000
6
SCREEN (SCHERM)
7
- SUPPLY+ (-VOEDING+)
8
AUX IN
9
SCANNER
10
NETWORK/MFD (NETWERK/
MFD)
5
10
Beschrijving
25 Amp bladzekering
Verbindingsdraad voor externe voedingsregeling.
Zet dit op de stand REMOTE (EXTERN) om de
radarstatus te bedienen met een multifunctioneel
display of een multifunctionele schakelaar (zie
"Externe voedingsregeling" op pagina 26)
De radar wordt ingeschakeld wanneer er voeding
wordt geleverd aan de voedingsconnector. De
draad voor externe voeding op de poort AUX IN
wordt genegeerd
Grote groene connector: levert 36 V DC aan de
pedestal en voeding voor de parkeerrem van de
antenne. Sluit de vier draden van de aansluitkabel
aan volgens de sticker met kleurcodes op de
connector
Micro-C: NMEA 2000-netwerkaansluiting
Alternatieve aardingsverbinding van chassis (zie
"Vereisten aan aarding" op pagina 26)
Toevoer van 12 of 24 V DC
Bij 12 Volt-systemen is de toevoer 10,8 V DC tot 15,6
V DC
Bij 24 Volt-systemen is de toevoer 20 V DC tot 31,2
V DC
Kleine connector: NMEA 0183-gegevensinvoer,
extern inschakelen en DC-invoer vanaf voor de
parkeerrem van de antenne
RJ45: ethernetgegevens uit de pedestal. Sluit de
RJ45-connector van de aansluitkabel aan
RJ45: hiermee sluit u de radar aan op het
ethernetnetwerk van de navigatie