9
Cursorbesturing en toetsenbord
Voorkeuren voor cursorbesturingsapparaten instellen
Gebruik Eigenschappen voor Muis in Windows® om instellingen voor cursorbesturingsapparaten te
wijzigen, zoals de configuratie van de knoppen, de kliksnelheid en de opties voor de aanwijzer.
Selecteer Start > Configuratiescherm > Printers en andere hardware > Muis om Eigenschappen
voor muis te openen.
Cursorbesturing gebruiken
Touchpad gebruiken
Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u uw vinger over het oppervlak van het touchpad in de richting
waarin u de aanwijzer wilt bewegen. Gebruik de knoppen van het touchpad zoals u de knoppen op een
externe muis zou gebruiken. Als u omhoog en omlaag wilt schuiven met de verticale schuifzone van het
touchpad, schuift u met uw vinger omhoog en omlaag over de lijnen.
OPMERKING:
van het touchpad voordat u uw vinger op de schuifzone plaatst. Als u uw vinger doorschuift van het
touchpad naar de schuifzone, wordt de schuiffunctie niet geactiveerd.
Externe muis aansluiten
U kunt een externe USB-muis aansluiten op de computer via een van de USB-poorten op de
computer.
Toetsenbord gebruiken
Hotkeys gebruiken
Hotkeys zijn vooraf ingestelde combinaties van de fn-toets (1) en een van de functietoetsen (2).
De pictogrammen op de functietoetsen
hotkeyfuncties. Hotkeyfuncties en procedures voor hotkeys worden beschreven in de volgende
gedeelten.
Als u het touchpad gebruikt om de aanwijzer te verplaatsen, haalt u eerst uw vinger
f1
tot en met f4, en f6, f8,
Voorkeuren voor cursorbesturingsapparaten instellen
f10
en
f11
vertegenwoordigen hun
57