8.
Onderhoud
Het toestel dient eenmaal per jaar door een vakbekwame installateur op het gebied van gasverwarming
gecontroleerd, gereinigd en eventueel gerepareerd te worden.
In ieder geval dient de goede en veilige werking van het toestel gecontroleerd te worden.
!Let op
•
Sluit de gaskraan tijdens onderhoudswerkzaamheden;
•
Controleer de gasdichtheid na reparatie;
•
Draai - na vervanging van het thermokoppel 1 - de wartel eerst handvast aan en daarna nog een kwartslag met
een passende sleutel;
•
De waakvlam mag niet lager ingesteld worden met behulp van de instelmogelijkheid op het gasregelblok.
Ø
Reinig, indien nodig, de onderstaande componenten:
•
de waakvlambrander (storingszoekschema, Bijlage 1);
•
de ruimte rondom de waakvlambrander;
•
de ruit (-en).
•
Verwijder/plaats de ruit(-en) zoals beschreven in paragraaf 5.10;
!Let op
•
Verwijder de aanslag op de binnenkant van de ruit(-en) met een vochtige doek of een niet-krassend
reinigingsmiddel zoals koperpoets of keramische kookplaatreiniger;
•
Vermijd/verwijder vingerafdrukken op de ruit(-en) omdat deze inbranden;
•
Vervang gebroken en/of gescheurde ruit(-en) zoals beschreven in paragraaf 5.10.
Plaats indien nodig de hout- of kiezelset correct terug; zie hiervoor paragraaf 5.12.
!Let op
Ø
Inspecteer het verbrandingsgasafvoersysteem.
Er dient altijd een eindcontrole uitgevoerd te worden.
!Let op
Ø
Voer de controle uit zoals beschreven in hoofdstuk 7.
8.1 Onderdelen
Onderdelen die vervangen moeten worden, zijn verkrijgbaar bij uw leverancier.
NL
I N S T A L LA T I E H A N D L E I D I N G