Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanvullende Instructies; Ruit; Verwijderen Ruit; Plaatsen Ruit - Dru Global 120 BF Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5.9 Aanvullende instructies

Ø
Bevestig het toestel aan de wand d.m.v. muurbeugels (B) (zie Bijlage 3, afb. 1).

5.10 Ruit

Na het plaatsen van de houtset kan de ruit geplaatst worden zoals hieronder is beschreven.
Voorkom beschadiging bij het verwijderen/plaatsen van de ruit.
!Let op
Gebruik de bijgeleverde dopsleutel voor het losdraaien/vastzetten van de parkers.
Vermijd/verwijder vingerafdrukken op de ruiten omdat deze inbranden.

5.10.1 Verwijderen ruit

Voor het verwijderen van de ruit volgt u onderstaande aanwijzingen:
Ø
Draai de parker van de zijsierstrip (S) en verwijder de zijsierstrip. Herhaal dit aan de andere kant (zie Bijlage 3, afb. 5).
Ø
Kantel de ondersierstrip (T) naar boven en neem deze schuin uit het frame (zie Bijlage 3, afb. 6).
Ø
Draai de 5 parkers van de onderste ruitklemstrip (U) uit het frame en verwijder de onderste ruitklemstrip (zie Bijlage
3, afb. 7).
Ø
Draai de middelste 3 parkers boven uit het frame en verwijder de ruitklemstrip boven (V).
!Let op
Houd bij de volgende actie het glasraam vast om te voorkomen dat deze onbedoeld naar voren valt.
Ø
Draai de parkers van de linker- en rechter ruitklemstrips (W) uit het frame en verwijder de ruitklemstrips (zie Bijlage
3, afb. 8).
Ø
Kantel de ruit naar voren en neem deze eruit (zie Bijlage 3, afb. 9).
Zorg tijdens het uitnemen ervoor dat het afdichtingsband aan de randen van de ruit niet beschadigd wordt.
!Let op
!Tip
Wanneer de ruit blijft klemmen, kan één van de zijsierstrips (S) als een haak gebruikt worden om de ruit mee naar
voren te trekken.

5.10.2 Plaatsen ruit

Het plaatsen van de ruit gaat in omgekeerde volgorde van het verwijderen zoals hierboven is beschreven.
Vermijd/verwijder vingerafdrukken op de ruit omdat deze inbranden.
!Let op
Draai de parkers niet te vast ter voorkoming van afbreken en/of doldraaien: vast=vast.
Plaats de ruit met het logo rechtsonder.

5.11 Afstellen toestel

Het toestel dient zo afgesteld te worden, dat het goed functioneert met het toegepaste afvoersysteem. Daartoe
wordt een restrictieschuif geplaatst en/of een luchtinlaatgeleider verwijderd. De voorwaarden voor toepassing met
geveldoorvoer en dakdoorvoer staan vermeld in bijlage 2, tabel 4, 5 en 6.

5.11.1 Luchtinlaatgeleider

Ø
Kijk in tabel 4, 5 en 6 of de luchtinlaatgeleider in uw opstelling verwijderd moet worden.
De luchtinlaatgeleider (L) bevindt zich aan de zijkant onderin de verbrandingskamer van het toestel (zie Bijlage 3,
afb. 10).
Ga bij het verwijderen als volgt te werk:
Ø
Verwijder de ruit, zoals beschreven in paragraaf 5.10.1.
Ø
Verwijder de parkers in plaat (M) onderin de verbrandingskamer (zie Bijlage 3, afb. 10).
Ø
Verwijder plaat (M) zoals aangegeven (zie Bijlage 3, afb. 10).
Ø
Draai de twee parkers van de luchtinlaatgeleider helemaal uit.
Ø
Verwijder de luchtinlaatgeleider (L).
Ø
Draai de twee parkers terug in de verbrandingskamer.
Ø
Plaats de plaat (M) terug in de verbrandingskamer.
Ø
Draai de parkers terug in de plaat (M).
Alle parkers moeten terug in de verbrandingskamer gedraaid zijn.
!Let op
Gooi de luchtinlaatgeleider niet weg, deze is in de toekomst mogelijk nog nodig.
NL
I N S T A L LA T I E H A N D L E I D I N G

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave