Pagina 1
Installatiehandleiding Maestro 100 RCH G20/G25/G25.3 (Aardgas), G30 (Butaan) en G31 (Propaan) Nederlands Bewaar dit document zorgvuldig Scan deze QR-Code voor DRU Video Assist DRU-954428-NL-NL-0121-1 959.104.07.NL...
Ins tal lati ehandleiding Inhoudsopgave 1. Stappenplan van de installatie 2. Inleiding 3. CE-verklaring 4. Technische gegevens 5. VEILIGHEID 5.1 Algemeen 5.2 Voorschriften 5.3 Veiligheidsinstructies 6. Voorbereiding 6.1 Uitpakken 6.2 Gassoort 6.2.1 Ombouwen gassoort 6.3 Gasaansluiting 6.3.1 Gasslang voor gasstopcontact 6.4 Elektrische aansluiting 6.5 Componenten toestelregeling 7 Installatie...
Pagina 3
Ins tal lati ehandleiding 9.5.1 Bedraad 9.5.2 Draadloos 9.5.2.1 Verbinding via ‘modbus’-protocol 9.5.2.2 Aansturing via applicatie 10. Eindcontrole 10.1 Gasdichtheid 10.2 Gasdruk/voordruk 10.3 Ontsteking hoofdbrander 10.3.1 Eerste keer ontsteken van het toestel na installatie of na werkzaamheden aan het toestel 10.3.2 Procedure ontsteking hoofdbrander 10.4 Vlambeeld 11.
Ins tal lati ehandleiding 1. Stappenplan van de installatie Hieronder staan de belangrijkste stappen van de installatie beschreven. Voer deze stappen uit en vink deze af als deze goed zijn uitgevoerd. Lees de installatiehandleiding volledig, voordat het toestel wordt geïnstalleerd. Controleer of het juiste type toestel geleverd is (zie Tabel 4-1).
Na oplevering dienen de handleidingen aan de gebruiker te worden overhandigd. 3. CE-verklaring DRU verklaard dat door bedrijfsinterne maatregelen is gewaarborgd dat door DRU geproduceerde toestellen aan de essentiële eisen en richtlijnen van de verordening betreffende gasverbrandingstoestellen en de daarbij toegepaste normen voldoen.
Met de optie van afstandsbediening * Dit toestel is geschikt voor G25.3 met de samenstelling volgens NTA 8837. ** Systeem rendement. *** Toe te passen met behulp van domotica. **** Regelschroef. *****Categorieën C12 en C32 alleen in combinatie met DRU PV-I 100/60 (PowerVent®).
- Plaats hittebestendige elektrische aansluitingen vrij van het toestel en zo laag mogelijk in de boezem. Dit in verband met de temperatuurontwikkeling in de boezem. Gebruik uitsluitend het door DRU geleverde verbrandingsgasafvoer-/verbrandingsluchttoevoersysteem (concentrisch systeem). Bij installatie van een vrijstaand toestel: plaats het toestel op de minimaal aangegeven afstand vanaf de achterwand en zijwanden (zie Tabel 4-1).
Controleer of het toestel geschikt is voor de gassoort en gasdruk ter plaatse. 6.2.1 Ombouwen gassoort Neem voor het ombouwen van dit toestel naar een andere gassoort contact op met de serviceafdeling van DRU en vraag naar de mogelijkheden. Het ombouwen dient verricht te worden door een erkend gasinstallateur.
Indien wettelijk toegestaan kan er een gasslang voor een gasstopcontact (volgens EN14800) bij het toestel besteld worden (Raadpleeg hiervoor DRU service). De gasslang is aan het toestel gemonteerd en is op lekdichtheid getest. Deze gasslang is in verschillende lengtes leverbaar.
Ins tal lati ehandleiding 6.5 Componenten toestelregeling In deze paragraaf worden de componenten vermeld, waarmee het toestel geregeld wordt (zie Afb. 6-2). G(in) Legenda: A = Gasregelblok; regelt het gas naar de branders B = Ontvanger; communiceert met de zender C = Processor (ESYS);...
(zie paragraaf 7.5). - Leg de kabels van de ionisatie- en de ontstekingspennen niet langs metalen delen, bedrading en andere componenten. - Het typeplaatje dient bevestigd te blijven aan het toestel met de ketting. 1065 1232 1000 38C-2339/0 Maestro 100 RCH...
Ins tal lati ehandleiding 7.2 Extra inbouwmogelijkheden van het inbouwframe Het inbouwframe van dit toestel is aan te passen van de “4S-uitvoering” naar de “3S-uitvoering” (zie Afb. 7-3). Met de 3S-uitvoering is het mogelijk de onderkant van de ruit aan te laten sluiten op de vloer of een plateau. Bij gebruik van het 3S inbouwframe moet het plateau of de vloer voor en naast met toestel van onbrandbaar materiaal worden uitgevoerd (zie paragraaf 7.4).
Pagina 14
Bouw het systeem op vanaf (de aansluitstomp van) het toestel. Sluit de concentrische pijpstukken en indien nodig de bocht(en) aan. Breng op elke verbinding een klemband met siliconen afdichtring aan (geldt niet voor DRU LAS ES-E 200/150/100, daar zit de afdichtring in de buis).
Ins tal lati ehandleiding 7.3.2 Dakdoorvoer (C31) De dakdoorvoer kan zowel in een schuin dak als in een plat dak uitmonden. De dakdoorvoer kan geleverd worden met een plakplaat voor een plat dak, danwel met een universeel verstelbare pan voor een schuin dak. Bij gebruik van een dakdoorvoer (C31) geldt: De opbouw van het gekozen systeem moet toelaatbaar zijn.
Pagina 16
3 bochten 4 bochten 5 bochten Situatie is niet toelaatbaar. In combinatie met het DRU PowerVent systeem (DRU PV-I 100/60) zijn er veel meer mogelijkheden (zie installatiehandleidng PowerVent®). Tabel 7-4: Voorwaarden voor afstellen van het toestel bij toepassing van een dakdoorvoer G20/G25/G25.3/G30/G31...
Ins tal lati ehandleiding 7.3.3 Geveldoorvoer (C11) Bij gebruik van een geveldoorvoer (C11) geldt: De opbouw van het gekozen systeem moet toelaatbaar zijn. Controleer of de verticale pijplengte binnen de minimale en maximale lengte valt (zie Tabel 7-5). Controleer of de horizontale pijplengte (exclusief geveldoorvoer) binnen de minimale en maximale lengte valt (zie Tabel 7-5).
Pagina 19
Ins tal lati ehandleiding Tabel 7-5c Tabel 7-5d 0 - 1m >1 - 6m 1x90° 1x90° 38C-744ZZK 38C-744P Instelling G30/G31 Toepassen Instelling G30/G31 Toepassen Luchtinlaatgeleider Luchtinlaatgeleider Restrictieschuif Restrictieschuif - Gebruik uitsluitend een concentrisch systeem van - Gebruik uitsluitend een concentrisch systeem van 200/130 mm, inclusief een geveldoorvoer.
Pagina 20
Ins tal lati ehandleiding Tabel 7-5g Tabel 7-5h 0 - 1m 1x90° 1x90° 38C-744ZR 38C-744ZS Instelling G20/G25/G25.3 Toepassen Instelling G20/G25/G25.3 Toepassen Luchtinlaatgeleider Luchtinlaatgeleider Restrictieschuif Restrictieschuif - De verticale lengte inclusief bocht 200/130 mm - De verticale lengte 200/130 mm concentisch systeem concentisch systeem gebruiken, direct na de bocht het gebruiken, direct voor de bocht het concentrische systeem concentrische systeem verjongen naar 150/100 mm.
Het toestel kan op een bestaand schoorsteenkanaal aangesloten worden (C91). In de schoorsteen wordt een flexibele RVS pijp geplaatst met een diameter van 100 mm voor de afvoer van de verbrandingsgassen. De ruimte eromheen wordt als verbrandingsluchttoevoer gebruikt. Maak hierbij gebruik van de DRU-afstandhouder. Plaats deze afstandhouder om de drie meter.
Pagina 22
(langdurig gebruik van afplakband kan beschadigingen veroorzaken). Breng de ventilatieopeningen (uitgaand) bij voorkeur aan weerszijden van de boezem aan. Maak hierbij gebruik van DRU ventilatie-elementen. Controleer de volgende punten, voordat de boezem helemaal dichtgemaakt wordt: - Is het afvoer-/concentrisch systeem op de juiste manier geplaatst? - Zijn de kanalen, de bevestigingsbeugels en evt.
Pagina 23
Ins tal lati ehandleiding ≥1350** ≥ 402 ≥15 ≤100 ≥ 620 V-Out ≥ 200cm² 2 mm 2 mm ≥110 ≥410* ≥155 1069 ≥155 V-In ≥ 80cm² (Eco Glow: 2X ≥ 80cm²) 38C-2747 7-13 * Rekeninghoudend met het bedieningsluik geplaatst zoals weergegeven. ** Indien het toestel laag in de boezem wordt geplaatst dient er een bredere boezem gerealiseerd te worden ten behoeve van het bedieningsluik.
7.5 Plaatsen bedieningsluik In het bedieningsluik wordt een aantal componenten geplaatst, zoals het typeplaatje, het gasregelblok en, indien van toepassing, de componenten behorende bij het DRU Powervent-systeem ® Het bedieningsluik is zo ontworpen dat alle componenten, afstel-, meet- en inregelmogelijkheden optimaal bereikbaar zijn en de componenten optimaal werken.
Pagina 25
Ins tal lati ehandleiding 180° 180° >15mm 180° 38c-2511-1 7-15...
Ins tal lati ehandleiding 8 Toestel 8.1 Ruit De ruit van dit toestel is eenvoudig te openen voor het schoonmaken van de ruit aan de binnenzijde. Voor het plaatsen van de houtset, het afstellen van het toestel en het onderhoud dient de ruit te worden uitgenomen. De ruit is in een stalen frame gemonteerd.
Pagina 27
Ins tal lati ehandleiding 180° 38C-2749...
Ins tal lati ehandleiding 8.2 Afstellen toestel Het toestel dient zo afgesteld te worden, dat het goed functioneert in combinatie met het afvoersysteem. Daartoe wordt eventueel een restrictieschuif geplaatst, de luchtinlaatgeleider vervangen of verwijderd. De voorwaarden voor toepassing met geveldoorvoer en dakdoorvoer staan vermeld in de Tabellen 7-3 tot en met 7-5. 8.2.1 Restrictieschuif De restrictieschuif wordt los meegeleverd.
Ins tal lati ehandleiding 8.2.2 Luchtinlaatgeleider De luchtinlaatgeleiders bevinden zich links en rechts onder de plaat rondom brander. Ga bij het verwijderen van de luchtinlaatgeleiders als volgt te werk (zie afb. 8-3): Draai de parkers uit de platen rondom brander die links en rechts in het toestel zijn gemonteerd en verwijder deze platen.
Ins tal lati ehandleiding 8.3 Houtset Het toestel wordt geleverd met een houtset. In de afbeeldingen is de kleur niet altijd correct weergegeven. Neem de onderstaande instructies in acht ter voorkoming van onveilige situaties: - Gebruik uitsluitend de meegeleverde houtset. - Plaats de houtset exact volgens de beschrijving.
Ins tal lati ehandleiding 8.3.1 Plaatsen houtset De houtset bestaat uit een aantal stammen (zie Afb. 8-6), vermiculiet (zie Afb. 8-7), chips (zie Afb. 8-8), gloeimateriaal (zie Afb. 8-9) en as (zie Afb. 8-10). In geval van een Eco Glow toestel wordt er een extra set gloeistenen meegeleverd (zie Afb. 8-11). Vul de liggende branderbakken met vermiculiet;...
Ins tal lati ehandleiding 9. Aansturing/bediening Het toestel wordt geleverd met een draadloze zwarte afstandsbediening voor de gebruiker (zie Afb. 9-1 (B)). Optioneel is een oranje afstandsbediening leverbaar voor de installateur (zie Afb. 9-1 (O)). Het regelen van de vlamhoogte, het ontsteken en het uitschakelen, gebeurt met behulp van de zwarte afstandsbediening die de ontvanger aanstuurt.
Het is mogelijk één of meerdere lampen (bij meerdere lampen maximaal 0,5A/250VAC/30VDC) te bedienen via de afstandsbediening van het toestel. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de lampen van de lux-elementen van DRU. Hiervoor kan schakelcontact B op de ontvanger worden gebruikt (zie Afb 9-2). Indien het toestel is voorzien van LED verlichting vervalt het schakelcontact ‘B’.
Ins tal lati ehandleiding 9.3 Aansluiting extra voeding (max. 80W, 230VAC) (indien van toepassing) Deze aansluiting is ideaal voor eventuele verlichting of een ventilatiesysteem in de boezem en kan worden bediend met de afstandsbediening (zie Afb 9-2 (C)). De voeding van deze aansluiting is gelijk aan de netspanning en mag maximaal belast worden met 80 Watt.
Ins tal lati ehandleiding 9.5.1 Bedraad Het bedraad aansluiten van een Domotica-systeem op de ontvanger geschiedt via een gelijkspanning van 0-3VDC (zie Afb. 9-2 (D)). Een hogere spanning dan 3V schaadt de ontvanger en is daarom niet toegestaan. Breng de spanning bij Domotica-systemen met een uitgangsspanning van 0-10V terug tot 0-3VDC. Gebruik hiervoor een, uit weerstanden opgebouwde, spanningsdeler.
Domoticasysteem verkrijgbaar. 9.5.2.2 Aansturing via applicatie Ook bij het bedienen van het toestel via een tablet met de DRU Control App (iOS of Android), is een communicatiemodule noodzakelijk. Deze kan bij DRU besteld worden. Ga voor het aansturen van het toestel via de DRU Control App als volgt te werk: Test met behulp van de afstandsbediening of de locatie, waar de communicatiemodule geplaatst wordt, binnen het bereik ligt van de ontvanger.
Ins tal lati ehandleiding 10. Eindcontrole Voor een goede en veilige werking van het toestel dienen onderstaande controles vóór ingebruikname te worden uitgevoerd. 10.1 Gasdichtheid Alle aansluitingen dienen gasdicht te zijn. Controleer de aansluitingen op gasdichtheid. Het gasregelblok mag aan een druk van maximaal 50 mbar blootgesteld worden.
Ins tal lati ehandleiding Indien de hoofdbrander WEL blijft branden: 11. Maak de ruit schoon voor de eerste ingebruikname zoals beschreven in de gebruikershandleiding. Monteer vervolgens de ruit zoals beschreven in hoofdstuk 8. 12. Herhaal de ontstekingsprocedure enkele malen en voer de controles uit zoals beschreven in paragraaf 10.3.2. 13.
Ins tal lati ehandleiding 11. Oplevering Maak de gebruiker vertrouwd met het toestel. Instrueer de gebruiker over onder meer de ingebruikname, de veiligheidsmaatregelen, de werking van de afstandsbediening en het jaarlijkse onderhoud (zie de Gebruikershandleiding). - Laat de gebruiker bij storingen/slecht functioneren onmiddellijk de gaskraan sluiten en contact opnemen met de installateur ter voorkoming van onveilige situaties.
Ins tal lati ehandleiding 12. Onderhoud Het toestel dient eenmaal per jaar door een vakbekwame installateur op het gebied van gasverwarming en elektriciteit gecontroleerd, gereinigd en eventueel gerepareerd te worden. In ieder geval dient de goede en veilige werking van het toestel gecontroleerd te worden.
Ins tal lati ehandleiding Bijlage 1: Storingen Diagnose van storingen Foutcode Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Communicatie verlies tussen Communicatiekabel Zorg dat de connectors van de ontvanger en ESYS heeft geen contact comm. kabel goed contact maken Communicatiekabel defect Vervang communicatiekabel Ontvanger oververhit Slechte ventilatie bij ontvanger Verbeter ventilatie bij ontvanger...
Pagina 51
Ins tal lati ehandleiding Diagnose van storingen Foutcode Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing ESYS wordt ESYS staat in hard-lock Half uur wachten tot niet vrijgegeven ESYS zich zelf reset F13/F14 Vlamverlies (geen ionisatie) Ionisatiepen kortgesloten Verwijder chips, vermiculiet wanneer alleen de hoofdbrander of gloeiwol dat tegen de (F13) aan staat of beide branders ionisatiepen ligt...