Modem gebruiken (alleen bepaalde modellen)
Het modem moet zijn aangesloten op een analoge telefoonlijn met een (afzonderlijk aan te schaffen)
6-pins RJ-11-modemkabel. In bepaalde landen of regio's is ook een (afzonderlijk aan te schaffen) land-
of regiospecifieke modemkabeladapter vereist. Aansluitingen voor digitale PBX-systemen lijken op
analoge telefoonaansluitingen, maar zijn niet compatibel met dit modem.
WAARSCHUWING!
modem blijvend beschadigd raken. Koppel de modemkabel onmiddellijk los als u deze per ongeluk heeft
aangesloten op een digitale lijn.
Als de modemkabel een ruisonderdrukkingscircuit (1) bevat, wat voorkomt dat de ontvangst van tv- en
radiosignalen wordt gestoord, sluit u de kabel aan op de computer met het uiteinde waar zich het
ruisonderdrukkingscircuit bevindt (2).
Modemkabel aansluiten
WAARSCHUWING!
op de RJ-45-netwerkconnector, om het risico van een elektrische schok, brand of schade aan de
apparatuur te beperken.
U sluit als volgt een modemkabel aan:
1.
Sluit de modemkabel aan op de modemconnector van de computer (1).
2.
Sluit de modemkabel aan op de RJ-11-telefoonaansluiting in de wand (2).
36
Hoofdstuk 2 Draadloze communicatie, modem en lokaal netwerk
Als het interne analoge modem wordt aangesloten op een digitale lijn, kan het
Sluit geen (afzonderlijk aan te schaffen) modemkabel of een telefoonkabel aan