i) Instellingen voor de uitgangen 1, 2 en 3
De uitgangen 1, 2 en 3 kunnen via verschillende opties worden geactiveerd of gedeactiveerd:
Programmeerinstelling
4 0
4 1
4 2
4 3
• Ze kunnen voor een tijdsduur van 1 tot 999 seconden worden geactiveerd.
• Ze kunnen via een gebruikerscode worden geactiveerd en gedeactiveerd.
• Ze kunnen met een verkorte gebruikerscode worden geactiveerd en met de complete code
weer worden gedeactiveerd.
Programmeerinstelling 40, 41, 42 en 43
Programmeerinstelling 50, 51, 52 en 53
Programmeerinstelling 60, 61, 62 en 63
Programmeeropties voor de uitgangen 1, 2 en 3
• Meer informatie over de opties vindt u in paragraaf D van het overzicht.
• Programmeerinstelling 40, 50 en 60: de aangegeven uitgang wordt voor een tijdsduur van 1
tot 999 seconden geactiveerd.
De uitgangen kunnen zo worden geprogrammeerd dat deze voor een tijdsduur van 1 tot 999
seconden de deur openen. De standaardinstelling is 1 seconde. Voer om te beginnen de
opgeslagen gebruikerscode in.
• Programmeerinstelling van 41, 51 en 61: start/stop-modus
De uitgangen kunnen met een gebruikerscode handmatig worden geactiveerd en gedeac-
tiveerd.
• Programmeerinstelling van 42, 52 en 62: start/stop-modus met 2-cijferige startcode
De uitgangen kunnen met de eerste twee cijfers van de gebruikerscode worden geactiveerd.
Voor het deactiveren hebt u de complete gebruikerscode nodig.
Voorbeeld:
Gebruikerscode: 8321, startcode: 83
Gebruikerscode: 54321, startcode: 54
30
Tijdsduur
1 - 999 seconden
Bevestigen
#
#
#
#
uitgang 1
uitgang 2
uitgang 3