Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het re‐
servoir voor naspoelmiddel om te voorkomen dat het reservoir kapot
gaat.
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het re‐
servoir voor regenereerzout om te voorkomen dat de ontharder ka‐
pot gaat.
Gebruik uitsluitend het speciale grofkorrelige regenereerzout of
andere zuivere ingedampte zouten. Gebruik in geen geval andere
soorten zout, bijv. keukenzout of strooizout. Deze soorten zout be‐
vatten soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect
kunnen hebben op de werking van de ontharder.
Heeft u een afwasautomaat met een bestekkorf, kunt u het bestek
het beste in de bestekkorf plaatsen met de grepen beneden en met
de scherpe kant boven. Dan wordt het bestek gemakkelijker schoon
en droog. Loopt u daardoor echter de kans om zich aan de scherpe
kant van de messen en de punten van de vorken te bezeren, dan
kunt u het bestek het beste met de grepen boven en met de scherpe
kant beneden plaatsen.
Reinig geen kunststof vaatwerk in de afwasautomaat dat niet hit‐
tebestendig is zoals wegwerpbakjes of wegwerpbestek. Dit soort
vaatwerk kan door de hoge temperaturen vervormen.
Zorg er bij gebruik van de optie "FlexiTimer / Voorprogrammering"
(afhankelijk van het model) voor, dat het doseerbakje voor het reini‐
gingsmiddel droog is. Reinigingsmiddel gaat in een vochtig doseer‐
bakje klonteren en wordt misschien niet volledig weggespoeld.
Informatie over de beladingscapaciteit van de afwasautomaat zie
hoofdstuk: "Technische gegevens".
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
15