De afwasautomaat mag niet onder een kookplaat worden geïn‐
stalleerd. Een kookplaat straalt voor een deel hoge temperaturen af
die de automaat kunnen beschadigen. Om dezelfde reden mag de
afwasautomaat niet direct naast hitteproducerende apparaten wor‐
den geplaatst die niet standaard tot de keukenuitrusting behoren,
zoals kachels.
Vergelijk vóórdat u het apparaat aansluit de aansluitgegevens (ze‐
kering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het
elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij
twijfel een elektricien.
Dit apparaat mag pas dan op het elektriciteitsnet worden aange‐
sloten, nadat het is geplaatst en gemonteerd (inclusief deurveerin‐
stelling).
De afwasautomaat mag uitsluitend worden gebruikt, als het deur‐
mechanisme goed functioneert, omdat anders als de automatische
deuropening (afhankelijk van het model) geactiveerd is een gevaar
kan ontstaan.
Een goed functionerend deurmechanisme voldoet aan de volgende
voorwaarden:
– De deurveren moeten aan beide kanten gelijkmatig worden inge‐
steld. Wanneer u de deur half, d.w.z. in een hoek van 45°, open‐
doet en daarna loslaat moet de deur in die positie blijven staan en
niet zomaar naar beneden klappen.
– De deurvergrendelingsrail schuift na de droogfase bij het openen
van de deur weer automatisch in.
Deze afwasautomaat mag niet op het elektriciteitsnet worden
aangesloten via meervoudige stopcontacten of via verlengsnoeren
die daarvoor niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor over‐
verhitting.
Deze afwasautomaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zo‐
als een boot) worden gebruikt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11