Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Plaats uw afwasautomaat niet in vorstgevoelige ruimten. Bevroren
slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt
afnemen.
Sluit om schade aan het apparaat te voorkomen de afwasauto‐
maat alleen op een volledig ontlucht leidingnet aan.
Dompel de kunststof ommanteling van de wateraansluiting niet in
vloeistof, want deze bevat een elektrisch ventiel.
In de watertoevoerslang bevinden zich spanningvoerende delen.
De slang mag daarom niet worden ingekort.
Het ingebouwde Waterproof-systeem biedt optimale bescherming
tegen waterschade als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
– De automaat moet volgens de voorschriften zijn geïnstalleerd.
– Wanneer er duidelijk sprake is van schade moet het apparaat
worden gerepareerd, resp. moeten onderdelen worden vervan‐
gen.
– De kraan moet bij langdurige afwezigheid (bijvoorbeeld tijdens va‐
kanties) worden dichtgedraaid.
Het Waterproof-systeem functioneert ook wanneer de afwasauto‐
maat is uitgeschakeld. Het apparaat moet dan wel op het elektrici‐
teitsnet zijn aangesloten.
De waterdruk (druk op de wateraansluiting) moet tussen 50 en
1000 kPa (0,5 en 10 bar) liggen.
Een beschadigde afwasautomaat kan uw veiligheid in gevaar
brengen. Stel het apparaat meteen buiten werking wanneer het be‐
schadigd is en neem contact op met uw leverancier of met de afde‐
ling Klantcontacten van Miele Nederland.
De garantie vervalt als de afwasautomaat niet door een door
Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw wordt gerepareerd.
12