Gebruiksaanwijzing Hogedruk-dubbelmembraanpompen Cobra 40-10; Cobra 40-25
8 Reiniging en onderhoud
8.2 ONDERHOUD
8.2.1 Onderhoudspersoneel
Onderhoudswerkzaamheden moeten regelmatig en zorgvuldig door gekwalificeerd en
geïnstrueerd personeel worden uitgevoerd. Over specifieke gevaren moet tijdens de
instructie informatie worden gegeven.
Tijdens de onderhoudswerkzaamheden kunnen de volgende gevaren optreden:
– Gezondheidsgevaar door inademen van oplosmiddeldampen
– Gebruik van ongeschikt gereedschap en hulpmiddelen
Een competente persoon moet na afloop van de montage en het onderhoud het apparaat
controleren op een veilige werking.
8.2.2 Onderhoudsinstructies
GEVAAR
Ondeskundig(e) onderhoud/reparatie!
Levensgevaar en schade aan het apparaat.
4 Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd en onderdelen mogen uitsluitend
worden vervangen bij een WAGNER servicecentrum of door iemand die daar
speciaal voor is opgeleid.
4 Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen en toebehoren van WAGNER.
4 Repareer en vervang alleen delen die in het hoofdstuk Reserveonderdelen staan
vermeld en aan het apparaat zijn toegewezen.
4 Voor alle werkzaamheden aan de apparaat en bij werkonderbrekingen:
4 Maak spuitpistolen, materiaalslangen en alle apparaten drukloos.
4 De spuitpistool borgen tegen ongewenste bediening.
4 Schakel de energie- en persluchttoevoer uit.
4 De besturingsapparaat loskoppelen van het lichtnet.
4 Bij alle werkzaamheden de gebruiks- en onderhoudshandleiding in acht nemen.
Vóór onderhoud
Voordat werkzaamheden aan het apparaat worden verricht, moeten de volgende
handelingen worden verricht:
– Installatie spoelen en reinigen conform hoofdstuk Buiten bedrijf stellen en reinigen
[8 41].
– Onderbreek de luchttoevoer.
Na het onderhoud
– Voer veiligheidscontroles uit volgens hoofdstuk Veiligheidscontroles en
onderhoudsintervallen [8 42].
– Stel de installatie in werking stellen en controleer deze op dichtheid conform hoofdstuk
Inbedrijfstelling [8 35].
– Installatie door een bevoegde persoon op veilige toestand controleren.
– Werkingscontrole uitvoeren volgens hoofdstuk Functiecontrole na de reparatie [8 58].
8.2.3 Veiligheidscontroles en onderhoudsintervallen
Dagelijks
1. Aarding controleren: zie hoofdstuk Aarding [8 33].
42
Bestelnummer 2367400 | Uitgave 05/2022