Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Matrixberekeningen; Matrixantwoordgeheugen (Matans) - Casio fx-570EX Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

* De x- en y-coördinaten van het lokale minimum (of lokale maximum) van
de functie y = ax
kwadratische vergelijking is geselecteerd voor het berekeningstype.

Matrixberekeningen

Gebruik de Matrix-modus om berekeningen met matrices tot 4 rijen en 4
kolommen uit te voeren. Om een matrixberekening uit te voeren, gebruikt u
de speciale matrixvariabelen (MatA, MatB, MatC, MatD) zoals weergegeven
in het onderstaande voorbeeld.
2 1
Voorbeeld:
1 1
1. Druk op
dan op
2. Druk op
• Dit geeft de Matrix Editor weer voor
invoer van de onderdelen van de 2 ×
2 matrix die u hebt gespecificeerd
voor MatA.
3. Voer de onderdelen in van MatA: 2
4. Voer de volgende toetsbewerking uit:
Matrix)
(MatB)
5. Voer de onderdelen in van MatB: 2
6. Druk op
berekening uit (MatA × MatB):
• Dit toont het MatAns scherm
(Matrixantwoordgeheugen) met de
berekeningsresultaten.

Matrixantwoordgeheugen (MatAns)

Als het resultaat van een berekening die is uitgevoerd in de Matrix-modus
een matrix is, zal het MatAns-scherm verschijnen met het resultaat. Het
resultaat zal ook worden toegekend aan een variabele met de naam
"MatAns".
De MatAns-variabele kan worden gebruikt in berekeningen, zoals hieronder
wordt beschreven.
• Voer de volgende toetsbewerkingen uit om de MatAns-variabele in een
berekening in te voegen:
• Door op één van de volgende toetsen te drukken als het MatAns scherm
wordt getoond, zal automatisch naar het berekeningsscherm worden
gewisseld:
Gegevens van de matrixvariabele toekennen en
wijzigen
Om nieuwe gegevens aan een matrixvariabele toe te wijzen
1. Druk op
verschijnt, de matrixvariabele waaraan u gegevens wilt toekennen.
2. Gebruik in het dialoogvenster dat verschijnt, een cijfertoets (
om het aantal rijen op te geven.
3. Gebruik in het dialoogvenster dat verschijnt, een cijfertoets (
om het aantal kolommen op te geven.
+ bx + c worden ook weergegeven, maar alleen als een
2
2 -1
×
-1 2
, selecteer het pictogram van de Matrix-modus en druk
.
(MatA)
(2 rijen)
(2 rijen)
om verder te gaan naar het berekeningsscherm en voer de
,
,
,
(Define Matrix) en selecteer dan op het menu dat
(2 kolommen).
1
(2 kolommen).
(MatA)
(MatAns).
,
,
,
27
1
1
.
(Define
1
1
2
(MatB)
3
(x
).
-3
(y=)
.
.
tot
)
tot
)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fx-991ex

Inhoudsopgave