10 Inbedrijfstelling
U
leest
de
volledige
beschreven in de uitgebreide handleiding voor de
installateur.
De binnenunit moet juist gemonteerd zijn.
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
De gasboiler is juist gemonteerd.
De volgende ter plaatse te voorziene bedradingen
werden gelegd conform dit document en de geldende
wetgeving:
▪ Tussen het lokaal voedingsbord en de buitenunit
▪ Tussen de binnenunit en de buitenunit
▪ Tussen het ter plaatse te voorzien paneel en de
binnenunit
▪ Tussen de binnenunit en de kranen en kleppen (indien
van toepassing)
▪ Tussen de binnenunit en de kamerthermostaat (indien
van toepassing)
▪ Tussen de binnenunit en de tank voor warm tapwater
(indien van toepassing)
▪ Tussen de gasboiler en het lokaal voedingsbord
(alleen van toepassing in geval van hybridsysteem)
De communicatiekabel tussen de gasboiler en de
binnenunit is juist gemonteerd.
Het systeem is goed en op de juiste manier geaard en de
aardingsklemmen zijn goed aangehaald.
De zekeringen of lokaal geïnstalleerde beveiligingen zijn
overeenkomstig dit document geïnstalleerd en zijn NIET
overbrugd.
De voedingsspanning komt overeen met de spanning op
het identificatieplaatje van de unit.
Er zijn GEEN losse aansluitingen of verbindingen of
beschadigde elektrische onderdelen in de schakelkast.
Er zijn GEEN beschadigde onderdelen of buizen die
tegen de binnenkant van de binnen- of buitenunit gedrukt
worden.
Er zijn GEEN koelmiddellekkages.
De koelmiddelleidingen (gas en vloeistof) zijn thermisch
geïsoleerd.
De juiste buismaten werden geplaatst en de leidingen
zijn goed en op de juiste manier geïsoleerd.
Er zijn GEEN waterlekkages in de binnenunit.
Er zijn GEEN waterlekkages in de gasboiler.
Er zijn GEEN waterlekkages in de verbinding tussen de
gasboiler en de binnenunit.
De afsluiters zijn op de juiste manier gemonteerd en
staan volledig open (ter plaatse te voorzien).
De afsluiters (gas en vloeistof) op de buitenunit staan
volledig open.
Het ontluchtingsventiel staat open (minstens 2 draaien).
De drukveiligheidsklep sproeit water als hij geopend
wordt.
De gasboiler is AANgezet.
Instelling . is juist ingesteld op de gasboiler. De instelling
moet 0 zijn.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
72
installatie-instructies,
zoals
Het minimum watervolume is gegarandeerd in alle
omstandigheden. Zie "Het watervolume controleren" in
"6.4 De waterleidingen
10.4
Checklist tijdens inbedrijfstelling
De volgorde van de volgende checklist voor de inbedrijfstelling
MOET worden nageleefd.
Controleer de bedrading.
Het
minimumdebiet
omstandigheden.
Zie
controleren"
in
voorbereiden" [ 4 18].
Ontluchten.
Voer
een
test
uit
verwarmingsstand.
Stelmotoren proefdraaien.
Functie dekvloer drogen
De functie dekvloer drogen wordt gestart (indien nodig).
Een gasdruktest uitvoeren.
De gasketel laten proefdraaien.
Voer een test uit op de airconditioning-DX-unit in de
koelstand.
10.4.1
Bedradingsfouten opsporen
INFORMATIE
▪ U hoeft alleen een bedradingsfoutcontrole uit te voeren
als u niet zeker bent of de elektrische bedrading en
leidingen correct zijn aangesloten.
▪ Als u een bedradingsfoutcontrole uitvoert, zal de
hybride voor multibinnenunit gedurende 72 uur niet
werken met warmtepomp. Gedurende deze periode
neemt de gasboiler de hybridewerking over.
Voorwaarde: De binnenunit en de buitenunit moeten worden
geïnstalleerd en aangesloten.
Voorwaarde: Zorg dat de watertemperatuur in het systeem >25°C
bedraagt.
1 Verhoog de watertemperatuur in het systeem tot >25°C.
OPMERKING
Indien de watertemperatuur in het systeem ≤25°C
bedraagt, zal de platenwarmtewisselaar bevriezen of zal er
schade optreden.
2 Voer
de
stappen
uit
installatiehandleiding van de buitenunit of in de uitgebreide
handleiding van de buitenunit voor de installateur om
bedradingsfouten op te sporen.
OPMERKING
Zorg ervoor dat het nodige minimumwaterdebiet in de unit
gegarandeerd is.
10.4.2
Het minimum debiet controleren
1 Controleer naargelang de hydraulische configuratie welke
ruimteverwarmingslussen
mechanische, elektronische of andere kleppen.
2 Sluit alle ruimteverwarmingslussen die kunnen worden gesloten
(zie vorige stap).
voorbereiden" [ 4 18].
wordt
gegarandeerd
in
alle
"Het
watervolume
en
debiet
"6.4
De
waterleidingen
met
de
hybride
in
zoals
beschreven
in
kunnen
gesloten
worden
CHYHBH05+08AA + EHYKOMB33A
Daikin Altherma R Hybrid
4P471761-1C – 2019.09
de
de
door