8 Configuratie
INFORMATIE
Indien er zich een U5-storing voordoet:
▪ wanneer 1 gebruikersinterface aangesloten is, wordt
vorstbescherming kamer NIET gegarandeerd,
▪ wanneer 2 gebruikersinterfaces aangesloten zijn en de
tweede gebruikersinterface, die gebruikt wordt om de
kamertemperatuur te regelen, losgekoppeld is (door
een foute bedrading of een beschadigde kabel), wordt
de vorstbescherming kamer NIET gegarandeerd.
OPMERKING
Als Noodgeval op Handm ([A.6.C]=0) is ingesteld en de unit
wordt getriggerd om het noodbedrijf te starten, zal de
gebruikersinterface eerst hiervoor een bevestiging vragen
vooraleer te starten. Zelfs wanneer de gebruiker het
noodbedrijf NIET bevestigt, blijft vorstbescherming kamer
ingeschakeld.
[C‑07]=1: regeling via externe kamerthermostaat
Wanneer de regeling via een externe kamerthermostaat gebeurt,
wordt Vorstbescherming kamer gegarandeerd door de externe
kamerthermostaat, op voorwaarde dat de startpagina van de
aanvoerwatertemperatuur op de gebruikersinterface AAN is en de
instelling van de automatische noodstop ([A.6.C]) op "1" staat.
Bovendien is een beperkte vorstbescherming door de unit mogelijk:
Indien...
Eén
aanvoerwatertemperatuurzone
Uitgebreide handleiding voor de installateur
58
...dan geldt het volgende:
▪ Wanneer de startpagina van
de
aanvoerwatertemperatuur
UIT
is
en
de
buitenomgevingstemperatuur
onder 4°C valt, zal de unit
aanvoerwater
naar
de
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen
en
het
instelpunt
van
de
aanvoerwatertemperatuur zal
lager worden gezet.
▪ Wanneer de startpagina van
de
aanvoerwatertemperatuur
AAN
is,
de
externe
kamerthermostaat
"Thermo
UIT"
is
en
de
buitenomgevingstemperatuur
onder 4°C valt, zal de unit
aanvoerwater
naar
de
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen
en
het
instelpunt
van
de
aanvoerwatertemperatuur zal
lager worden gezet.
▪ Wanneer de startpagina van
de
aanvoerwatertemperatuur
AAN
is
en
de
externe
kamerthermostaat
"Thermo
AAN"
is,
wordt
Vorstbescherming
kamer
gegarandeerd
door
de
normale logica.
Indien...
Twee
aanvoerwatertemperatuurzones
Afsluiter
Het volgende is alleen van toepassing in het geval van 2
aanvoerwatertemperatuurzones.
De
output
van
de
afsluiter
aanvoerwatertemperatuurzone) kan geconfigureerd worden.
INFORMATIE
De afsluiter staat tijdens het ontdooien ALTIJD open.
Thermo AAN/UIT: de afsluiter sluit, afhankelijk van [F-0B] wanneer
er uit de primaire zone geen vraag voor verwarming is. Activeer
deze instelling om:
▪ te vermijden dat aanvoerwater naar de warmteafgevers in de
primaire AWT-zone zou geleid worden (via het mengklepstation)
wanneer er een verzoek van de secundaire AWT-zone is.
▪ de AAN/UIT-pomp van het mengklepstation ALLEEN te activeren
wanneer er een vraag is.
#
Code
[A.3.1.1.6.1] [F-0B]
De afsluiter:
▪ 0
beïnvloed
verwarming.
▪ 1 (Ja): sluit wanneer er een GEEN
vraag naar verwarming is.
INFORMATIE
De instelling [F‑0B] is alleen geldig als er een vraag-
instelling
van
een
kamerthermostaat
is
aanvoerwatertemperatuur).
Bereik
De bediening van de unit in ruimteverwarming wordt verboden
naargelang de gemiddelde buitentemperatuur.
UIT-tmp
verwrm
kamer:
buitentemperatuur hoger wordt dan deze waarde, wordt de
ruimteverwarming UITgezet om oververwarming te vermijden.
...dan geldt het volgende:
▪ Wanneer de startpagina van
de
aanvoerwatertemperatuur
UIT
is,
en
buitenomgevingstemperatuur
onder 4°C valt, zal de unit
aanvoerwater
naar
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen
en
het
instelpunt
van
aanvoerwatertemperatuur zal
lager worden gezet.
▪ Wanneer de startpagina van
de
aanvoerwatertemperatuur
AAN
is,
de
bedrijfsmodus
"verwarming"
is
en
buitenomgevingstemperatuur
onder 4°C valt, zal de unit
aanvoerwater
naar
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen
en
het
instelpunt
van
aanvoerwatertemperatuur zal
lager worden gezet.
(deze
in
de
primaire
Beschrijving
(Nee)(standaard):
wordt
NIET
door
een
vraag
naar
thermostaat
of
externe
(NIET
als
instelling
voor
Wanneer
de
gemiddelde
CHYHBH05+08AA + EHYKOMB33A
Daikin Altherma R Hybrid
4P471761-1C – 2019.09
de
de
de
de
de
de