g
Watertoevoer
h
Terugslagklep (ter plaatse te voorzien)
In geval van [E‑06]=1
Pomp voor warm tapwater geïnstalleerd voor...
Ogenblikkelijk warm water
c
a
f
b
g
a
Binnenunit
b
Tank
c
Pomp voor warm tapwater (ter plaatse te voorzien)
d
Verwarmingselement (ter plaatse te voorzien)
e
Terugslagklep (ter plaatse te voorzien)
f
Douche (ter plaatse te voorzien)
g
Koud water
Thermostaten en externe sensoren
OPMERKING
Indien een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt,
zal de uitwendige kamerthermostaat de vorstbescherming
kamer bedienen. De vorstbescherming kamer is echter
alleen
mogelijk
als
aanvoerwatertemperatuur op de gebruikersinterface van
de unit is INgeschakeld.
#
Code
[A.2.2.4]
[C-05]
Primair contact
In de regeling via een externe
kamerthermostaat moet het contacttype
van de optionele kamerthermostaat of
warmtepompconvector voor de primaire
aanvoerwatertemperatuurzone ingesteld
worden.
▪ 1 (Thermo AAN/UIT): De aangesloten
externe
warmtepompconvector stuurt de vraag
naar verwarming door via het zelfde
signaal,
1 digitale input (voorbehouden voor de
primaire
aanvoerwatertemperatuurzone) op de
binnenunit (X2M/1) is aangesloten.
Selecteer deze waarde in het geval
van
warmtepompconvector (FWXV).
▪ 2 (Verw/koel vraag) (standaard): De
aangesloten
kamerthermostaat
afzonderlijke vraag naar verwarming
door en is daarom aangesloten op de
2 digitale ingangen (voorbehouden
voor
aanvoerwatertemperatuurzone) op de
binnenunit (X2M/1 en 2) aangesloten.
Selecteer deze waarde in het geval
van een aansluiting met een bedrade
(EKRTWA) of draadloze (EKRTR1)
kamerthermostaat.
Opmerking:
gebruik als verwarmingstoepassing.
CHYHBH05+08AA + EHYKOMB33A
Daikin Altherma R Hybrid
4P471761-1C – 2019.09
Desinfectie
c
a
d
f
b
e
g
de
regeling
van
de
Beschrijving
kamerthermostaat
of
omdat
het
slechts
op
een
aansluiting
op
de
externe
stuurt
een
de
primaire
Alleen
mogelijk
voor
#
Code
[A.2.2.5]
[C-06]
Sec. contact
Voor de regeling via externe
kamerthermostaten met
2 aanvoerwatertemperatuurzones moet
het type van de optionele
kamerthermostaat voor de secundaire
aanvoerwatertemperatuurzone ingesteld
worden.
▪ 1 (Thermo
contact.
binnenunit (X2M/1a).
▪ 2 (Verw/koel vraag)(standaard): Zie
Primair contact. Aangesloten op de
binnenunit (X2M/1a en 2a).
[A.2.2.B]
[C-08]
Extrn sensor
Als een optionele externe
omgevingssensor is aangesloten, moet
het type van de sensor ingesteld worden.
▪ 0
geïnstalleerd. De thermistor in de
gebruikersinterface en deze in de
buitenunit
metingen uit te voeren.
▪ 1 (Buitensensor): Geïnstalleerd. De
buitensensor zal gebruikt worden om
de
meten. Opmerking: Voor sommige
functies
temperatuursensor in de buitenunit
gebruikt.
▪ 2 (Kamersensor): Geïnstalleerd. De
temperatuursensor
gebruikersinterface wordt NIET meer
gebruikt. Opmerking: Deze waarde
heeft alleen een betekenis in de
kamerthermostaatregeling.
Digitale I/O-printplaat
Deze instellingen moeten alleen gewijzigd worden als de optionele
digitale I/O-printplaat geplaatst wordt. De digitale I/O-printplaat heeft
veel functies die geconfigureerd moeten worden.
#
Code
[A.2.2.6.2]
[D-07]
Solarkit
Geeft aan dat de tank voor warm
tapwater ook via thermische
zonnepanelen opgewarmd wordt.
▪ 0
geïnstalleerd.
▪ 1 (Ja): Geïnstalleerd. De tank voor
warm tapwater kan –naast de boiler–
ook via thermische zonnepanelen
opgewarmd worden. Stel deze waarde
in wanneer thermische zonnepanelen
geplaatst worden.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8 Configuratie
Beschrijving
AAN/UIT): Zie Primair
Aangesloten
op
de
(Nee)
(standaard):
NIET
worden
gebruikt
om
buitenomgevingstemperatuur
wordt
nog
steeds
de
in
de
Beschrijving
(Nee)
(standaard):
NIET
51
te