8 Configuratie
Parameter
Instelling
Anti-cyclusperiode tijdens
ruimteverwarming
.
Referentiewaarde voor warm tapwater 24-30-36
Instelling maximaal vermogen voor verwarming
van ruimten
De maximale vermogensinstelling voor verwarmen van ruimten ( ) is
af fabriek ingesteld op 70%. Als er meer of minder vermogen nodig
is, kunt u het ventilatortoerental wijzigen. De onderstaande tabel
toont
de
relatie
tussen
apparaatvermogen. Het wordt sterk aanbevolen om deze instelling
NIET te wijzigen.
Gewenst vermogen (kW)
26,2
25,3
22,0
19,0
15,9
12,7
9,6
7,0
Merk op dat voor de gasketel het vermogen tijdens het branden
langzaam
wordt
verhoogd
aanvoertemperatuur is bereikt.
Veranderen naar een ander type gas
VOORZICHTIG
Werken aan gasgeleidende onderdelen mogen ALLEEN
worden uitgevoerd door een gekwalificeerd, competent
persoon. Leef ALTIJD de lokale en nationale voorschriften
na. De gasklep is verzegeld. In België MOET elke wijziging
aan de gasklep worden uitgevoerd door een erkende
vertegenwoordiger van de fabrikant. Voor meer informatie,
neem contact op met uw verdeler.
Als een ander type gas is aangesloten op het apparaat dan dat
waarvoor het apparaat is ingesteld door de fabrikant, MOET de
gasmeting
worden
vervangen.
gassoorten zijn op bestelling leverbaar. Zie
gasboiler" [ 4 13].
voor de
1 Schakel de ketel uit en isoleer de ketel van de stroom.
2 Sluit de gastap af.
3 Verwijder het voorpaneel van het apparaat.
4 Schroef de koppeling (a) boven de gasklep los en draai de
gasmengleiding naar achteren (b).
5 Vervang de O-ring (c) en de gasbeperking (d) door de ringen
van de omzettingsset.
6 Monteer opnieuw in omgekeerde volgorde.
7 Open de gastap.
8 Controleer
de
gasaansluitingen
gasdichtheid.
9 Schakel de voeding in.
10 Controleer de gasaansluitingen na de gasklep op gasdichtheid
(tijdens werking).
Uitgebreide handleiding voor de installateur
68
Bereik
0 min~15 min
het
ventilatortoerental
en
Instelling op servicedisplay (%
van max. toerental)
83
80
70
60
50
40
30
25
en
wordt
verlaagd
zodra
Ombouw
sets
t.b.v.
andere
"5.3.2 Mogelijke opties
voor
de
gasklep
Standaardinste
llingen
5 min
36
11 Controleer nu de instelling van het CO
instelling ( in display) en lage instelling ( in display).
12 Plaats een sticker die het nieuwe gastype aangeeft op de
onderzijde van de gasboiler, naast het naamplaatje.
13 Plaats een sticker die het nieuwe gastype aangeeft naast de
gasklep, over de aanwezige sticker.
het
14 Zet het voorpaneel terug op zijn plaats.
de
b
a
a
Koppeling
b
Gasmengleiding
c
O-ring
d
Gasmeterring
INFORMATIE
De gasboiler is geconfigureerd om te werken met gas van
het type G20 (20 mbar). Indien echter gas van het type
G25 (25 mbar) aanwezig is, kan de gasboiler nog steeds
zonder wijzigingen worden gebruikt.
Over de koolstofdioxide-instelling
De CO
-instelling is ingesteld in de fabriek en heeft in principe geen
2
aanpassingen nodig. De instelling kan worden gecontroleerd door
het CO
-percentage in de verbrandingsgassen te meten. In geval
op
2
van een mogelijke storing van de aanpassing, moet de vervanging
van de gasklep of de omzetting naar een ander gastype worden
gecontroleerd en indien nodig ingesteld volgens de onderstaande
instructies.
Beschrijving
Minimale uitschakeltijd bij
ruimteverwarming. Er wordt
geadviseerd om deze instelling niet te
wijzigen.
▪ 24: Niet van toepassing.
▪ 30: Niet van toepassing.
▪ 36: Alleen voor EHYKOMB33AA*.
-percentage bij hoge
2
c
d
CHYHBH05+08AA + EHYKOMB33A
Daikin Altherma R Hybrid
4P471761-1C – 2019.09