Gewogen materiaal opleggen:
Plaats indien nodig de lege container op de weegschaal en tarreer.
Plaats het te wegen materiaal op de weegschaal. De gewichtswaarde wordt
overgedragen nadat op PRINT wordt gedrukt.
11.3 Automatische gegevensuitvoer <auto>
Afhankelijk van de instelling in het menu worden de gegevens automatisch
uitgevoerd zonder op de PRINT-toets te drukken, zodra aan de uitgangsvoorwaarde
is voldaan.
De functie activeren en de uitgangsvoorwaarde instellen:
Selecteer in het configuratiemenu de menu-instelling <Print PrMode>
en bevestig met de toets ➔.
Voor automatische gegevensuitvoer met de navigatietoetsen de menu-
instelling <auto> selecteren en met de toets ➔ bevestigen.
Met de navigatietoetsen de instelling <on> selecteren en met de toets ➔
bevestigen. De aanduiding <zRange> verschijnt.
Met de toets ➔ bevestigen en met de navigatietoetsen de gewenste
uitgangstoestand instellen.
Met de toets ➔ bevestigen.
Om het menu te verlaten op de navigatietoets enkele keren drukken.
Gewogen materiaal opleggen:
Plaats indien nodig de lege container op de weegschaal en tarreer.
Het andere gewogen materiaal opleggen, afwachten totdat de
stabilisatieaanduiding
De weegwaarde wordt automatisch overgedragen.
11.4 Continue gegevensuitvoer < cont >
Activeer de functie en stel het uitgangsinterval in:
In het configuratiemenu de menu instelling <Print PrMode> opvragen
en met ➔ bevestigen.
Voor continue gegevensuitvoer de menu-instelling cont> met de
navigatietoetsen selecteren en met de toets ➔ bevestigen.
Met de navigatietoetsen de instelling <on> selecteren en met de toets ➔
bevestigen.
De aanduiding speed> verschijnt.
Met de toets ➔ bevestigen en met de navigatietoetsen de gewenste cyclus
instellen.
Om het menu te verlaten op de navigatietoets enkele keren drukken.
TMCN_A-BA-nl-2213
) verschijnt.
47