9 Werking
Nadat de weegschaal naar de patiënt wordt vervoerd, moet de weegschaal vóór het
weegproces waterpas worden gezet, zie afbeelding hieronder.
De weegschaal in en uit:
De stoelweegschaal enkel onder toezicht van bevoegd personeel betreden en
verlaten (zie hoofdstuk 5.2).
9.1 Wegen
32
De weegschaal met de toets
Het wordt de autotest van de weegschaal doorgevoerd.
Zodra het display "0.0 kg" aangeeft, is de weegschaal klaar
voor gebruik
▪ Indien nodig de weegschaal met de toets
De te wegen persoon in het midden van de weegschaal
zetten.
De voetsteunen en armleuningen klappen (omlaag stellen).
Plaats beide voeten van de patiënt op de voetsteunen.
Plaats de onderarmen van de patiënt op de armsteunen.
Afwachten tot de stabilisatieaanduiding
vervolgens het weegresultaat aflezen.
Klap na het wegen de voetsteunen en de armsteunen weer
omhoog.
▪ Als de persoon zwaarder is dan het maximale weegbereik,
verschijnt "
aanzetten.
" (= overbelasting) op de display.
op nul zetten.
verschijnt en
TMCN_A-BA-nl-2213