26
05 INSTELLINGEN VOOR PERSOONLIJKE AANPASSINGEN
5.7 Blokkeerremmen
De afstand tussen remblok en bovenkant van de
band moet bij helemaal losse remmen op het
nauwste punt 3-5 mm zijn (1).
Voor het instellen / corrigeren van de afstand
draait u de schroef (2) van de achterkant los met
een steeksleutel. Verplaats de remmen naar de
juiste positie. Draai tenslotte de schroef weer aan
en controleer de werking van de remmen. De rol-
stoel mag bij vastgezette remmen niet verschui-
ven.
5.8 Trommelremmen (optioneel)
Voor een optimale remwerking wordt de rem-
kracht ingesteld met de stelschroef (1) aan de
remkabel. De remkracht wordt groter door de
schroef losser te draaien. Maak de moer los en
draai de stelschroef los, totdat u bij draaiend wiel
een schurend geluid hoort. Draai dan de stel-
schroef weer vast totdat het schurende geluid
weer verdwijnt. Na het instellen word de stel-
schroef door aandraaien van de moer
DIETZ GmbH / Gebruiksaanwijzing BASIK / BASIK+ / Versie 1.2.3 NL
vastgezet.
2
1
1
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de trommelremmen
aan beide zijkanten van de rolstoel
gelijkmatig zijn ingesteld.